Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij693.Ja, Ideën heeft ieder! Alles wat in verband staat met algemeene wysbegeerte, met politiek, staathuishoudkunde, met litteratuur, schynt algemeen eigendom te wezen. Wie rymen kan, is 'n verzenmaker. Wie verzen maakt, is 'n dichter. Wie stuart mill aanhaalt, is ekonomist. Enz. Ik herinner me de klacht hierover van alexander dumas, die eens in 't hoofd had gekregen 'n soort van prysvraag uitteschryven over zekere eindrymen, waarvan de invulling hem byzonder moeielyk voorkwam. De prys werd niet toegekend, omdat er zóóveel oplossingen waren ingekomen, dat de goeie dumas erkende ze niet allen te hebben kunnen lezen. ‘Je n'áurais jamais cru, zeide hy, qu'il y eût tant de poètes en France!’ Maar - nu eens voor 'n oogenblik aannemende, dat 'r poëzie steekt in zulke spelery - 't waren er ook poètes naar!
‘'t Is zonderling, schreef dumas, dat ieder meent te kunnen meedoen, zoodra 'r spraak is van letterkundigen arbeid. Iemand die geen onderwys had genoten in harmonieleer of teekenen, zou toch niet naar den prys dingen, die uitgeloofd was voor 't schoonste muziekstuk of de beste schildery. Maar verzen...
Nu ja, die kan ieder maken... zelfs 'n dichter, in oogen- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 109]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
blikken van défaillance of verveling. Ziehier myn eindrymelary, de slechtste niet onder de vier- vyfhonderd kunstprodukten die op de uitdaging van dumas in 't strydperk verschenen:
|
|