Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 108]
| |
er nòg 'n oorzaak die z'n taak moeielyker maakt dan die van andere kunstenaars: hy vindt in ieder zyner hoorders 'n mededinger. De bezoeker van concert- schildery- of schouwburgzaal, komt daar als dilettant. De publiekspreker echter, die 'n reeks van denkbeelden komt tentoonstellen, moet daarmee steeple-chases houden tegen al de onrype indrukken waardoor z'n hoorders beheerscht worden, en die - soms ter-goeder-trouw, maar niet immer - door hen worden uitgegeven voor gedachten. Deze onedele wedloop is hierom voornamelyk uitputtend, wyl ieder z'n eigen weg kiest, en niet aanlegt op 'n logisch vastgesteld doel, maar 't slotsommetjen aangrypt, dat hem naar z'n verbrokkelde opvatting van de zaak voor-de-hand schynt te liggen. De ongeroepen mededinger komt dan wel niet aan op 't punt waar men logisch zou kunnen eischen dat-i zyn moest, maar toch vordert hy den prys, op grond van z'n verzekering dat-i precies wezen wilde waar-i aangekomen is. Zoo tracht 'n scheepsofficier, door 'n wenk aan den man-te-roer om wat aftehouden, den onervaren medereiziger in den waan te brengen dat zyn schip de hardzeiler van de vloot is. |
|