Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij661.Werkt 't besef dezer hebbelykheid gunstig op de stemming van den spreker, die ter-goeder-trouw wil verkondigen wat-i voor waarheid houdt? Dreigt niet dat aanhoudend vreezen voor opzettelyk misverstaan, de liefde te smoren, die hem kracht moet geven tot z'n taak?
- O, rikaneert men, de liefde moet alle dingen overwinnen...
Gewis! Maar dit verontschuldigt hen niet, die haar gedurig allerlei struikelblokken in den weg leggen, en tot dat herhaald overwinnen noodzaken. Er is huichelary in 't beroep op verheven grondstellingen, ter verontschuldiging van lage daden. Zy die van den voorganger 't bovenmenschelyke vorderen, behoorden die duidelyke hulde aan z'n meerderheid te doen vergezeld gaan van àndere blyken van vereering, dan 't nemen van proeven alleen, hoever hun sarren en zyn geduld gaan kan. 't Karakter van toeschouwende kruizigers is meesterlyk geschetst door 'n feit dat de Evangelien vermelden. Is er laaghartiger misverstaan denkbaar, dan 't ploertig: ‘hoor, hy roept elias!’ dat den gemartelde tegengrynst, die: Eli, Eli! zuchtte? Zoo bauwt 't gemeen van onze dagen... alweer de noot op 655! |
|