Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 73]
| |
stenaar die in de algemeene opinie iets lager staat aangeschreven dan sommige Meesters. 't Sysje moet zich hooren verwyten dat het maar 'n sysjen is, en wel uit 'n bek die geen toon kan voortbrengen niet alleen, maar nog vuil is van den smaad dien-i uitwierp tegen zangers van hoogeren roep. 't Is kluchtig optemerken hoe ieder die 'n parterre-biljet betalen kan, zich 't recht aanmatigt laag neertezien op artisten van den 4en of 5en rang, op-grond der verzekering ‘dat men te Parys 'n artist van den 2en rang gehoord heeft.’ Dat men ekonomisch met z'n aandoeningen omgaat - vooral wanneer ze geput worden uit 'n byna verstopte bron - mag ik niet afkeuren. Maar 't gaat toch wat vèr, vandaag geen gevoel te hebben, omdat men gister... aan de eer van de reis meende schuldig te zyn wat mode-aandoening optevangen. 't Herinnert aan de vrouw die niet aan 't schreien kon raken by de schets van 't vagevuur, omdat ze by 'n vorige preek al 'r tranen verhuilde aan de hel. |
|