Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij629.Want... ik spreek U vry, byna geheel vry, o dwalende kunstenaars! Die m'nheer ‘publiek’ houdt van odeurtjes en van leugen. Hy bederft u, waar ge goed zyt. Hy juicht u toe, waar ge mìsgrypt. Hy schrikt u af, waar ge poogt u opteheffen uit onärtistieke vernedering. De kunstenaar, die niet bezwykt onder den leugen-eischenden aandrang van ‘Publiek’ is 'n held. En helden zyn zeldzaam, omdat 'r tot den hoogen moed die hen bezielen moet, juist hetzelfde element van allerhoogste opvatting zou vereischt worden, die ik identisch noemde met ondenkbare volkomenheid in andere zedelyke eigenschappen. (621) |
|