Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 59]
| |
zel genoeg, als 't summum van Kunst beschouwd - zou reeds hierom 'n mislukt kunstenaar zyn, wyl-i telkens gevaar loopt, neen: genoodzaakt is, zyn aandoeningen in de plaats te stellen van de aandoeningen die de auteur - artist ook op zyn beurt - noodig had voor de ekonomie van z'n stuk. De weenende moeder die ik aanhaalde, zou zeker niet op de maat schreien, en waarschynlyk bóvenmatig. Misschien ook sloeg haar de smart - eerst: wildzang, later van vorm veranderend - naar-binnen, en ze zou 't Stichwort verpassen. 'n Braaf man, z'n bravigheid meebrengende op de planken, zou den tiran waarschuwen, dien-i straks verraderlyk vermoorden moet. 'n Lafaard die den held moet voorstellen, zou op-den-loop gaan. De soldaten die gekommandeerd zyn om ney te fuzilleeren, zouden misschien: ‘vive l'Empereur!’ roepen. 't Schuchtere meisje dat: ‘o ja, lieve adolf!’ te zeggen heeft, en den minnaar in de armen behoort te vliegen, zou den tooneel-adolf verwyzen tot 'r mama die daarginds in de zaal stovengeld ophaalt. De moeder uit het stuk ‘Zestien jaren later’ zou fatsoenshalve weigeren arthur te erkennen als zoon, omdat ze op 't affiche en in 't wereldje waar ze zich beweegt, met onkinderlyke mademoizelligheid pronkt. Enz. enz. |
|