Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij593.Zyn de hoorders voorbereid om de te verkondigen waarheid - d.i. wat de spreker voor waarheid houdt - in hun gemoed optevangen op 'n wys die overeenstemt met de moeite welke de spreker zich gaf, om deze veronderstelde waarheid te vinden? Dit is onmogelyk. 'n Zoogenaamde verhandeling kàn zyn - en zou misschien behooren te zyn - de quintessens van maanden denkens. Ja, men kan zich voorstellen, dat de rezultaten der wysbegeerte van 'n geheel leven waren samengeperst in zóó weinig woorden, dat men ze in één half uur, of zelfs in weinige minuten, zou kunnen uitspreken. Op zoo-iets doelde ik in 63, waar ik zeide dat alles wat volgens de Evangelien door jezus gesproken is, nog geen half vel druks zou beslaan... 'n opmerking, die door veel verkeerd-lezers als smaad beschouwd is. Wel 'n bewys dat men my zoo-min verstaat, als hy verstaan werd door zyn tydgenooten. Ik zal de laatste zyn, die 'n wysgeer verwyt dat-i weinig woorden gebruikt. 't Valt me al hard genoeg dat men zoo dikwyls myzelf noodzaakt tot uitvoerigheid. Wie twyfelt aan m'n tegenzin in ‘aan den weg timmeren’ gelieve te letten op den ouderdom dien ik bereikt had, voor ik me uit den kleinen kring van m'n omgeving - 't ware terrein waarop mynliefde me noopte tot meedeelen - liet wegdringen naar den publieken weg. Zonder de noodzakelykheid om den stryd tegen de mishandeling van den Javaan overtebrengen op grooter terrein, zou men waarschynlyk van my, als publiek persoon, nooit iets vernomen hebben. En zelfs na 't verlaten van Lebak, heb ik jaren lang gezwegen. |
|