Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 36]
| |
plicht beter volbracht heeft. Hy zou ‘om te bevallen’ zich niet ten-doel moeten stellen, waarheid te verkondigen, maar iets meetedeelen dat - wáár of niet - kan geacht worden te passen in 't een-of-ander leeggebleven hoekje van den smaak, der kennis, of van 't oordeel zyner hoorders. Hy is dan iets als 'n meubelmaker die zich niet mag bezighouden met de vervaardiging van goede stukken - alweer: van wat hy in-gemoede daarvoor houdt - maar allerlei voorwerpen moet in-voorraad hebben, die niet te breed, niet te hoog, niet te mooi, niet te leelyk, niet te duur zyn, voor onbekende klanten wier smaak en behoefte hem vreemd bleven. 'n Stuk dat naar den eisch der zaak vierkant behoorde te wezen, kan niet geplaatst worden omdat ‘de kamer zoo giert.’ 't Ledekant dat, naar verhouding van lengte en breedte, 'n toestel vordert van zekere hoogte, kan niet op dien entre-sol staan, enz. enz. |
|