Ideën II
(1880)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 193]
| |
483.Een kapel zweefde hoog, hoog in de lucht... - Lieve Fancy, ik ken die vertelling. (261) - Ik geloof het niet. Luister. Een kapel zweefde hoog, hoog in de lucht. Ze genoot hare vryheid, haar schoonheid, en voor-al verlustigde zy zich in 't aanschouwen van alles wat onder haar was. Ze riep hare zusters toe om-hoog te komen, maar deze weigerden wyl ze den honig niet wilden verlaten, die beneden was. Doch zy wilde niet dalen, omdat ze vreesde vertrapt te worden door lompe hoeven. Daar ze evenwel gelyke behoefte had aan honig als andere vlinders, vloog ze naar een berg waar schoone bloemen groeien, en die te steil is voor ezels. Hier fladderde zy vroolyk, en gaêrde veel honig, en was dankbaar dat het ryzen der bloemen haar 't verdrietige dalen bespaard had. En als ze een harer zusters beneden al te dicht zag naderen aan het spoor op den weg, waar zoo veel gezonken vlinders worden vertrapt... dan trachtte zy te waarschuwen zoo veel ze kon, door trilling van haar vlerkjes. Maar dit werd niet opgemerkt. Jazelfs, de vlinder op den berg werd in 't geheel niet gezien door hare zusters beneden, omdat deze zich alleen bezighielden met het gaeren van honig in de laagte, en niet wisten dat er ook bloemen groeiden daarboven. |
|