320.
Ik rekommandeer aan den teekenaar van den Spectator, 't
volgend onderwerp: een nederlandsch Volksvertegenwoordiger thuiskomende:
Kom, wisch het zweet mij van de wangen,
En, dierbaar wijf, richt aan. (Tollens)
En op den achtergrond het oude vrouwtje van zoo-even.
Of beter nog, dat vrouwtje-zelf, de funktien waarnemende van 't
‘dierbaar wyf.’
Zulk zweet moet zoo afgewischt worden. Ziedaar 'n eerst beginsel van
allerlei kunde.