Ideën I
(1879)– Multatuli– Auteursrechtvrij291.We hebben nu 'n zoogenaamd liberaal ministerie. Ga naar voetnoot* Ik beweer heel liberaal te wezen, maar wat in òns land het woord Liberalismus beteekent, weet ik niet. Het wil denk ik, eenvoudig zeggen: verandering in de soort van knoeiery, verplaatsing van verkeerdheden. 't Volk noemt dat: lood om yzer. Ook heeft dat woord liberaal geen vaste beteekenis, naar 't schynt. Ik heb 'n dominee gekend die zich liberaal noemde omdat-i geen bef droeg, en 'n pastoor die voor vryzinnig wou doorgaan omdat hy geen boete oplei aan iemand die door 't vóórgaan van z'n horloge was vervallen in de zonde van vleesch-eten op Vrydag. Wanneer men tegenover liberaal stelt: bekrompen, dan wil ieder voor liberaal doorgaan. Nooit hoorde ik zeggen: ‘ik heb bekrompen denkbeelden’ of: myn, ‘principes zyn wat steil.’ | |
[pagina 195]
| |
‘Maar, roepen de liberalen, wy staan niet tegenover bekrompenheid, we staan tegenover Behoud’ (Onder ons: wat zyn die behouders bekrompen, niet waar?) Ei, tegenover Behoud! Maar ook dàt woord begryp ik niet. Nooit zeide iemand: ‘ik wil dat alles blyve zoo als 't is, alles moet behouden worden.’ Integendeel, ieder beweert al 't verkeerde te willen verbeteren. De vraag is alzoo: ‘wàt is verkeerd, wàt moet verbeterd worden?’ Juist. Om daartoe te geraken, dient ons noch Liberalismus noch Behoud. Daartoe hebben we noodig te weten wat waar is en, vóór alles, behooren we niet boos te worden op iemand die daarnaar streeft. |
|