Ideën I
(1879)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 153]
| |
240....of 't misschien werd veroorzaakt door te groote konkurrentie, zie, dit durfde de eerlyke Colineau niet beslissen. Genoeg, de praktyk bleef uit, en na twee, drie jaar huwelyk hadden ze 't weinige huisraad dat hun overbleef, te-gelde gemaakt om als passagiers van de derde klasse te kunnen vertrekken naar Italie. Daar zou misschien met de beweging die op-hand was, gelegenheid wezen tot plaatsing als officier van gezondheid by 'n regiment van Garibaldi...
- Je vous souhaite beaucoup de succès, monsieur! Mais cela ne m'explique pas... - Ah, c'est vrai! Vous ignorez toujours pourquoi Madame... - Non, non, Colineau, mon pauvre ami, c'est à moi de le dire!
En neerhurkende op het dek naast de kajuitslantaarn Ga naar voetnoot* waardoor 'n flauw licht scheen, opende zy haar mantilje... zocht iets, naar 't scheen, tusschen of onder de keurs van haar kleed, en opstaande:
- Voici, monsieur, voici pourquoi je suis si contente d'être pauvre avec mon bon Colineau... voici!
En ze greep den vreemde by den arm, en trok hem zachtkens voort en neder tot by 't licht dat er scheen uit de kajuit, en toonde hem... By m'n ziel, 't was weer 'n sleutelring met heilige poppetjes van tin of van lood! De vreemde begon verdrietig te worden. Hy zocht wysheid, en vond niets dan dwaasheid op z'n weg. Hy wilde weten, be- | |
[pagina 154]
| |
grypen, kennen, en overal werd hy geplaagd met domheid! Hy werd knorrig omdat-i zich teleurgesteld voelde by 't ontdekken van zulke kinderachtigheid in 'n gemoed dat hem uit 'n oogpunt van menschkunde de moeite van 't ontleden had waard geschenen. Vry droog uitte hy z'n verstoordheid door, als tot den monnik maar nu iets ruwer, te zeggen dat-i geen geloof sloeg aan gekheden.
- Comment, monsieur, des bêtises? Ma bonne, sainte, douce Vierge... des bétises? Ah monsieur, si vous saviez comme elle est pleine de grâces? Ah, si vous saviez comme elle me rend riche dans notre pauvreté... n'est-ce pas, Colineau? Dis-donc à m'sieur, comme elle est bonne pour nous, comme elle me rend contente et heureuse tous les jours de ma vie!
Colineau wilde juist beginnen 'n verklaring te geven van de wonderbare werking der Heilige Maagd - zenuwvlecht, duizeligheid, zeer kleine hersenen, enz. denk ik - toen de sombere gestalte van den monnik zich vertoonde in 't halfdonker van het achterdek. Hy sprak den vreemde aan:
- J'ai prié, mon fils! Mon fils, j'ai prié pour vous! La bonne Vierge m'a exaucé. Elle vous pardonne votre ignorance, et vous préservera de toot péché!
- Loop naar den duivel, zei de vreemde, ditmaal in 't hollandsch, loop naar den duivel met je Sainte-Vierge!
En na vluchtig te hebben gegroet, ging hy naar z'n hut om te slapen. Hier aangekomen hoorde hy boven zich, hoe de dame die den ganschen middag zoo dartel was geweest, tot den monnik zeide:
- Bénissez-moi, mon père!
En hoe de monnik antwoordde:
- Je nous bénis, ma fillé! Que notre Dame de La Garde vous préserve du péché, du seal malheur qui soit au monde! Ga naar voetnoot* |
|