217.
En ik tart elke macht, op welk gebied ook - in den Staat, in de
Kerk, in de huisgezinnen... overal! - ik tart elke macht te beletten dat m'n
ideen invloed hebben op den loop der zaken. Ik tart ieder my te
smoren!
Ik wil zien, en ik zie! Ik wil schryven, en ik schryf!
Ik wil omwerpen, wegruimen, opbouwen, en ik zàl dat alles
doen...
Maar dat het me makkelyker vallen zou als ik niet zeeziek werd
gemaakt - daar is ze weer: ik schryf dóór. Ze valt beschaamd
terug... juist! - dat dit alles my makkelyker vallen zou als ik niet werd
gehinderd door zooveel domheid van 'n