by 't licht van
die zon, in-stee van ze saamgerold te bewaren in 'n net foudraaltje, tusschen
de voering van z'n rokspand, om ze schoorhandend en ter-sluik even te ontrollen
in 'n nauw vertrekje, ongezien, met gegrendelde deur, gesloten blinden, by 'n
nachtpitje...
Welnu, die beide jonge-lieden ontrollen die vaan, en op hun
krygsroep: à la rescousse! was myn plicht te antwoorden: hier
ben ik! En dat heb ik geantwoord.
Maar zie, 'n paar dagen later ontvang ik 'n brief van twee andere
studenten, die my - wat vorm en inkleeding aangaat, zeer beleefd - vragen of 't
waar is dat ik aan die twee schandvlekken hunner hoogeschool 'n brief zou
geschreven hebben, waarin onder anderen voorkomt het woord: beste
kerels?
‘Dat vertelt men hier... wy houden 't voor laster... wy
gelooven 't niet voor gyzelf dat erkent, zwart op wit.’
Als ik dus met rooden inkt schreef: ja, ik heb 't gezegd!
zouden ze 't nog niet gelooven.
‘We hebben respekt voor uw kunsttalent...
Dat maakt me den indruk alsof men aan Garibaldi 'n kompliment maakte
over z'n juiste denkbeelden omtrent de garnizoensdienst. Ik heb niets te maken
met kunst, kunstigheid, kunstelary, gekunsteldheid, kunstenmaken, en wat dies
meer zy.
‘Voor uw kunsttalent, uw waarheidsliefde, uw rechtvaardigheid,
zooals we die meenden optemerken in uw werken...
Ei, jongelui, hebt ge dat meenen optemerken in m'n werken!
Ei, ei!
Daar is 'n man die eer, aanzien, toekomst, smyt in 't aangezicht der
misdadige regeering van 'n verbasterd volk...
Daar is 'n man die 't leven van zich en de zynen niet acht, waar de
prys van dat leven deelgenootschap wezen zou aan de schande van
Nederland...
Daar is 'n man die als Curtius neerspringt in de gapende kloof op 't
Forum, doch in den sprong vrouw en kinderen meeneemt, of 't ook soms te weinig
ware, 'n romeinsch ridder alleen...
Daar is 'n man die elken dag wordt weggeleid in de woestyn en op de
tinne des tempels... die elken dag de koninkryken dezer aarde voor zich ziet
uitgespreid als wat lokäas voor z'n afval... 'n man, die elken dag
den Satan wegstoot om te doen ‘het woord dat geschreven staat’ in
z'n hart...