193.
En dat is altyd zoo geweest. Er stond niet in de Wet van
Mozes, dat de man 't recht had z'n vrouw aan stukjes te snyden, om die te
gebruiken tot visitekaartjes of circulaires. Maar in de Zeden scheen 't
wèl te liggen. Althans we lezen in Richteren XIX
geen woord van afkeuring, noch van verwondering zelfs, over die in ons oog
zonderlinge wys van korrespondeeren. Zoo vinden de menschen altyd middel om te
bewyzen dat de slechtste wetten te goed voor hen zyn.