149.
Ik zeide ‘wie voor verrotting vreest, is 'n vyand van het
leven.’ Ja! En wie zich beklaagt over dwaling, is 'n vyand van de
waarheid. Maar ik spreek van de verrotting, van de dwaling.
Stoffelyk leven is stryd tegen elke verrotting. Zedelyk en geestelyk
leven, stryd tegen elke dwaling.
't Zou kurieus wezen als men myn ideen over de
noodzakelykheid van dwaling en ontbinding, opvatte alsof ik partytrok voor
leugen, en liever 'n lyk zag dan dat meisje. Men is er toe in-staat.