noodig zyn voor 'n ziekte die men nog
niet heeft, doch welker invloed te vreezen is. Maar niemand zal op 't denkbeeld
komen zich te wapenen tegen cholera of pest, wanneer die plagen niet heerschen
of niet in de nabyheid zyn. Ook schryft men geen geneesmiddel voor aan gezonden
die behoefte hebben aan zulke veranderingen als de lieve Natuur zal bezorgen
zonder middel. Men weet dat 'n kind moet groeien tot man of vrouw. Van
't daartoe noodige voedsel spreek ik nu niet, daar ik m'n vergelyking
slechts uit de apteek haal. Niemand zal angstvallig zoeken naar 'n middel tot
vergrooting van z'n kind, wanneer dat zoo groot is als 't naar z'n jaren
behoort te wezen. De slotsom is: zoo weinig middelen mogelyk.
Maar aan zieken schryft men iets voor. Dit is noodzakelyk.
Doch ook hier is de goede opvatting, naar ik meen: zoo weinig
mogelyk.
Dat is, in beide gevallen, niet meer dan noodig om de gezonden
gezond te houden of de zieken gezond te maken.
Wie dit anders inziet, wie meent dat het gebruiken van medicynen
doel is, en gezondheid byzaak, spant de paarden achter den wagen,
en loopt gevaar ziekte te geven waar ze niet was, en gezondheid te verdryven
waar ze bestond.
Dit zal niemand tegenspreken. Nooit zal 'n geneesheer zich beroemen
op 't voorschryven van veel medicynen, maar wel zou hy zich mogen beroemen op
't uitwerken van veel goeds met weinig middelen, en vooral zou hy lof verdienen
wanneer hy gezorgd had dat er nooit ander kwaad in de plaats trad van 't
verdreven kwaad.
Wanneer iemand 10 graden miltsmart moet lyden in betaling voor 't
verlossen van 9 graden koortslyden, noem ik dat geen winst. Zóó'n
verlies nu wordt vaak geleden. Ik zeg dit in toepassing van de
vergelyking.
Maar - altyd in toepassing op m'n onderwerp - er is nog wat ergers.
Dikwyls veroorzaakt onnoodige kinine de koorts die er niet was.
Dit is verschrikkelyk.
Ik stap nu van de vergelyking af en herhaal m'n tekst: de roeping
van den mensch is mensch te zyn. Dáárheen moeten leiden
opvoeding, wetgeving, enz. Alle middelen moeten zoo weinig mogelyk
worden aangewend, juist omdat het gebruik van veel middelen den weg
afsnydt waarlangs men moet geraken tot het hoofddoel. Wie dat hoofddoel
voorbyziet, wie den patient beschouwt als geschapen om de apteek optehouden,
instee van de apteek als 'n inrichting om den patient te genezen, handelt
verkeerd op tweeërlei wyze: