Ideën I
(1879)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 31]
| |
of 'n anderen meter, van 't yzer in de nabyheid van 'n kompas, van verkeerd berekende straalbreking, van gebrekkig achromatisme in 'n kyker, van... van... Ja, van wat al niet! Sirius is zóóveel mylen vèr, dus: God is groot. Dit alles is ontdekt door Professer A, Dokter B en Prosektor C, en deze drie goddienende natuurheeren zyn de theologen van den dag. Den volgenden dag blykt er: Dat Sirius één myl verder staat: God is 'n myl grooter. Als ik dan toch wil droomen en gissen en mymeren over wat ik niet weet, houd ik 't met de droomerige ouwerwetsche theologie. De studie van de Natuur is de beste studie, maar men leert er niets uit kennen... dàn de Natuur, dat is: alles! En juist omdat God is buiten alles, kan men hem niet leeren kennen uit die natuur. (71) |
|