Men beweert namelyk dat de ‘Times’
geen eigenlyk gezegde vooruitbepaalde richting volgt doch de stemming weergeeft
van de meerderheid der engelsche natie. In hoeverre dit waar is, of zelfs
mogelyk, weet ik niet. De bedoeling van m'n idee is, te verzekeren
dat ik schryf naar den indruk van 't oogenblik, zonder my te bekommeren, noch
om verband, noch om homogeniteit, noch om eindelyke konklusie. Vandaar dan ook
dat ik zoo dikwyls van onderwerp verander. Er ligt alzoo in dit gebrek aan
methode een soort van... methode. En deze is - onder zekere gegevens - de
slechtste niet. Wie steeds naar z'n beste weten zegt wat hem voorkomt waar te
zyn, kan nooit met zichzelf in tegenspraak komen. De hieruit voortspruitende
harmonie tusschen gedachten die op onderscheiden tydstippen en in geheel
verschillende omstandigheden geuit werden, getuigt misschien voor waarheid doch
ongetwyfeld voor oprechtheid. En juist uit deze overeenstemming ontstaat ten
slotte één geheel, dat klemmender betoogt dan verhandelingen
waarin 'n onaangenaam parti-pris al te gemaniëreerd tusschen kop en
staart is gezet. Verlos ons van den... pleittoon, Heer! Toch moet ik - niet
zonder verwyzing naar
50 en
51 - velen waarschuwen tegen 't volgen
myner niet-methode.