Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886

[p. 537]

Brieven en dokumenten

[1 januari 1886
Brief van Y. Braunius Oeberius-Meyer aan G.C. de Haas-Hanau]

1 januari 1886

Brief van mevrouw Y. Braunius Oeberius-Meyer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Enkel velletje ruitjespapier, waarvan blz. 1 en 2 (½) beschreven. (M.M.)

1 Jan 86.

Lieve - Line

Welwillend ja in zoo verre dat hij niet lastert maar t is een moord Dek als schrijver te behandelen zonder den hervormer aanteroeren. Ik vind Huët s geschrijf bijna zoetsappig maar dat komt misschien omdat het Dek geldt - En dan dat stuk dagboek o, t is Dek op en top en wij genoten, maar waar heeft Huët het van daan gehaald, en is t niet onzedelijk het zonder Dek's voorkennis te publiceren. O ik vrees dat Dek zoo ontstemd zal zijn en die kritiek in de Rotterdamsche is zeker van uw vriend Pietje^1. en - beneden kritiek.

Willen we onze biographie zenden? kik dan maar even. Mijn schrift zal bijna onleesbaar zijn, een stijve nek is er de oorzaak van. Hartelijk gegroet ook van OB, met Mr.^2. van

Ym.

1. Pietje: P. Haverkorn van Rijsewijk.

2. Mr.: mijnheer.