Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 538]
| |
Nieder Ingelheim 5 Jan. 86.
Waarde Zurcher! Grooten dank voor Kees de BruinGa naar eind1., want hy is 't, hy, de beroemde, dien ge my zendt, en niet 'n ter nauwernood bekende reiziger, zooals ge schynt gemeend te hebben. Ik ben er zeer bly mee. Aangehaald wordt hy dikwyls, ook byv. door ValentynGa naar eind2. die zelfs nu en dan van hem dieft maar nooit had ik iets van hem in eigendom bezeten. Wat ge my nu zendt is z'n tweede reis. Die duurde 7 jaren, (over Rusland en Perzie naar Java, en nagenoeg over den zelfden weg terug.) De eerste reis had, zooals my uit het voorbericht blykt, 19 jaren geduurd! Zoo even noemde ik hem ‘beroemd’. Dit is wat te veel gezegd. Zeer bekend is hy, althans by 't deel van publiek dat zich met zulke dingen bemoeit, maar om ‘beroemd’ te zyn - zooals hy verdient! - zou... dat publiekdeel wat grooter moeten zyn. SonnettenGa naar eind9.... parlez moi de çaGa naar eind3.! Jammer dat 's mans portret dat volgens den inhoudwyzer by 't boek behoord heeft, er door 'n Vandaal is uitgescheurd. Ik heb reden om als vry zeker aantenemen dat het my gezonden Exemplaar behoord heeft aan den Hertog van BrunswykGa naar eind4.. Aan dien potentaat nl. droeg De Bruin dit werk op, en 't boek is verguld op snee. 't Is niet te denken dat 'n ander Ex. zoo fraai zou | |
[pagina 539]
| |
ausgestattet zyn. Ook is er 'n fragment van inschrift in dat dien weg schynt uittewyzen. Alzoo alweer: habent sua fata libriGa naar eind5.. Van libellum mag ik niet spreken by 't behandelen van zoo'n wichtig boek met reusachtige platen. Het gezicht van SpahanGa naar eind6. is ± 2 meter lang! Wat 'n arbeid. En hoe schoon is de druk! Nog eens ik ben u zeer dankbaar voor dit geschenk. Moeielyk had de wakkere bekwame De Bruin ergens kunnen aanlanden waar hy hartelyker gerecepieerd werd, n'en déplaiseGa naar eind7. de SerenissimusGa naar eind8. aan wien hy z'n werk opdroeg. Of Lessing dit Exempl. niet gemist heeft?
Zondag.
Wel kerel, wat hebt ge u geweerd! Grooten dank voor alles. Winkler PrinsGa naar eind9. hierby terug. Ik zie dat hy J. heet. De oude BragamanGa naar eind10. heet A. Alzoo kan er jeugd liggen in z'n dwaasheid. Maar al of niet jong, 't is erg. Of steekt er edelmoedigheid achter? Speelt hy den beschonken HelootGa naar eind11. om de jonge lui te genezen die zich te buiten gaan aan delirium-sonnetticum?Ga naar eind12. He, let eens s.v.p. op de wys waarop de pers (met permissie!) zich van dat bundeltje afmaakt. Maar wat spreek ik van de pers? Zyn niet de meeste sonnetten van den laatsten tyd even zot? En zyn de vervaardigers van die vodden behoorlyk onder handen genomen? Immers neen. Even zot? Ja. Maar men moet erkennen dat W.P. 'n andere manier van zotheid uit z'n snaren haalt. (Vergeving voor ‘snaren.’) Leze de Gids op blz. 72. Van dien man is iets te maken. Dat de uitdrukking over de neus van 't kind van Tollens was, wist ik wel. Hy zegt: (ik meen naar ClaudiusGa naar eind13.) ‘En... hebt ge Vaders neus niet recht,
Heb toch 'n hart als hy.’
Ik nu vind die tournure niet slecht, volstrekt niet! En niet in 't belachelyk maken van zoo'n uitdrukking ligt de verdienste van ‘GrassprietjesGa naar eind14.,’ maar in 't geeselen van den doorgaanden toon, 't zoeterige, huisbakkene, misselyk-naive van zulke poetery, en vooral in 't publiceeren daarvan. M'n asthma is de laatste dagen erg lastig. Daar kwam by dat de | |
[pagina 540]
| |
hoest me geen nachtrust gunde. Ik voelde me doodaf. Daarom ben ik er nu maar toe overgegaan wat morphine te nemen. Dat helpt. Ik slaap nu 's nachts en 't schynt wel of dat ook m'n asthma dragelyk maakt. Ons huisnummer? 94?Ga naar eind15. Ik meen ja. Wat ik 'n hekel aan schryven heb! Hoe hebt ge dat huisnummer opgespoord? 't Zal toch na m'n jeugd wel veranderd wezen. Maar wat kan 't u schelen? Ge zyt toch niet van plan, na m'n dood zulke dingen als wetenswaardigheden... ajakkes! |
|