uitdrukkelijk de polis in den tegenwoordigen vorm niet te willen aannemen. Hy had geen legale schuldeischers. In vijftien, zestien jaar had hij geene schulden gemaakt. De logementhoudersrekening uit Lissabon was een afzettery. Hij voelde zich zelf niet moreel verplicht die af te betalen. Wèl had hij overigens vele moreelen verplichtingen die het zijn voornemen was geweest met het huldeblijk af te doen; maar geene die reden tot beslagleggen zouden geven.
Ik zette uiteen, dat wij uit de bewoordingen der circulaire - door hem goedgekeurd - lazen, dat wij vrijheid hadden over het geld te beschikken, en ons dan ook steeds in dien geest hadden uitgelaten. Hij meende dat dit geweest was tegenover de gevers en niet tegenover hem. Het was toch onzinnig iemand een huldeblijk te willen geven in een vorm welke deze niet verkoos. Ik zeide dat het de bepaalde bedoeling der gevers geweest was hem een pensioen & jaarlijks inkomen te verzekeren, dat dit bleek uit de bewoordingen van de circulaire. Hij wilde niets te maken hebben met gevers, die hem wilden opdringen wat hij meende beleedigend voor hem te zijn. Hij bleef er by, dat hij de polis in den tegenwoordigen vorm niet wilde aannemen. Wij moesten weten wat wij doen wilden. Met een polis nam hij genoegen, maar zij moest alleen zijn naam bevatten. En ook niet de bijzondere bepaling dat rechtsgedingen erover in Amsterdam aanhangig zouden komen.