Volledige werken. Deel 22. Brieven en dokumenten uit de jaren 1882-1883
(1991)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdMultatuli en de Nederlandsche jeugd.Toen ik in een der artikelen in het Handelsblad, waarin zijn Redactie zoo welsprekend tegen Multatuli waarschuwt, de bewering aantrof, dat ieder die met jonge mannen omgaat, weet welk nadeel Douwes Dekker gesticht heeft en nog sticht, voelde ik mij verplicht, op grond mijner ervaring, een woord van protest tegen deze bewering te doen hooren. In het nommer van 2 April ll. spreekt bedoelde Redactie reeds van den ‘even grooten als ongelukkigen invloed, door Multatuli op tal van jongelingen uitgeoefend, die zonder ervaring pas het leven ingetreden, door frazes uit het spoor gebracht werden,’ en | |
[pagina 224]
| |
in het nommer van den volgenden dag voegt zij er de luidklinkende fraze bij: ‘Wanneer men ziet, welken invloed de Heer Douwes Dekker door zijn geschriften uitoefent op jonge mannen, dan gaat het niet aan, hem op geestdriftige wijze zonder eenig voorbehoud te eeren en te huldigen.’ Tegenover de ervaring van de leden der redactie van het Handelsblad moge het verwaten schijnen, de ervaring van andere - alledaagsche - landgenooten te stellen, toch aarzel ik niet te verklaren, dat de kring, waarin ik mij beweeg, voor het grootste deel uit personen bestaat, die sedert jaren, uit volle overtuiging, Multatuli ‘eeren en huldigen;’ die jongelingen en jonge dochters waren, toen zijn Max Havelaar verscheen, en aan hem hun geestelijk ‘revival’ te danken hebben; voor wie de verschijning van iedere aflevering der Ideën een feest was, en die niets meer betreuren, dan dat de uitgave dier Ideën sedert zoo langen tijd gestaakt is. In dien kring, waarin zich mannen en vrouwen bevinden van allerlei leeftijd, zelfs van tachtigjarige ervaring, is echter nooit iets bemerkt van dien verderfelijken invloed, waarvoor de redactie van het Handelsblad zich zoo beducht maakt, hoewel alle jongelieden van beiderlei kunne, waarop wij invloed kunnen uitoefenen, reeds op jeugdigen leeftijd alle werken van Multatuli - vooral zijn Ideën - in handen krijgen; en ik durf beweren, dat het peil der zedelijkheid, waarop deze jeugdige Multatuli-vereerders staan, hooger is dan van een aantal andere jongelieden, die met ervaring, doch zonder den gevaarlijken invloed van Multatuli ondergaan te hebben, het leven binnentreden. De invloed, dien zijn werken op hen uitoefent, stemt hen tot dankbaarheid aan den genialen man, die hen heeft leeren denken, die hun oogen geopend heeft voor alles wat waar en goed is, op elk gebied van menschelijke kennis. Wel hebben ze daardoor den overgeleverden eerbied voor kerkelijke en staatkundige partijen - ook de liberale! - verloren, maar ze hebben iets beters in de plaats gekregen; de zucht om de waarheid te zoeken, waar die ook te vinden zij. Wie de vele onwaarheden en lasteringen leest en hoort, die over Multatuli gesproken en geschreven worden, helaas dikwijls door personen, die niet in zijn schaduw kunnen staan; wie opmerkt, hoe gebrek aan genie zich openbaart door kwaadspreken en ver- | |
[pagina 225]
| |
kleinen van de verdiensten van een der hoogst ontwikkelde geesten, die Nederland bezit; wie daarbij het voorrecht heeft Douwes Dekker persoonlijk te kennen, en bij ervaring weet, hoeveel fijn gevoel er in de ziel van den man huisvest, die zooveel gedragen heeft - hij zou zijn plicht te kort doen, als hij niet rekenschap durfde geven van zijn overtuiging, dat de kleingeestige tegenwerking, die het voorgenomen huldeblijk ondervindt, een bewijs te meer is voor de grootheid van Multatuli, en voor de kleinheid zijner tegenstanders. Rotterdam, 13 April 1882. H.C. de Wolff, mede-onderteekenaar van het manifest. |
|