toestand van dien beklagenswaardigen man! Hij schreef dan ook: de heele reis was ééne marteling. Dicht bij den Haag vertelde men hem echter dat de moordenaar gevat was en ging dus niet naar den officier. Gerust was hij echter nog lang niet, en eerst later, toen de moordenaar verklaarde geene medeplichtigen te hebben werd hij gerust. Later vernam hij nog ten overvloede dat zijn zoon op dat oogenblik niet in Nederl. geweest kan zijn, maar in Padua zich op hield. - Wat zou dat water geweest zijn op den molen zijner talrijke vijanden in Nederland! Wat zouden de dominees zich verkneukeld hebben van pleizier in dien de zoon van een godloochenaar moordenaar geworden was! En Jan v. Vloten en cons.!
Maar - ‘krankzinnig slecht’ is hij, dat is waar en 't is voor den vader 't zelfde of hij den moord bedreven had, of dat hij hem daartoe in staat achten moest. Wat mag toch de oorzaak zijn dezer vreeselijke ontaarding? 't Is mij een raadsel, dat ik te vergeefs tracht optelossen. Wat dunkt u er van?
Eenigen tijd later zijn we met ons beiden aan 't politiseeren geraakt. Toen hij n.l. hier was, verzocht hij mij, mijne denkbeelden schriftelijk vormtevatten over de sociale kwestie en die hem mee te deelen. Dit heb ik toen gedaan en ontving als antwoord de beide ingesloten brieven, die gij zeker met interresse zult lezen. Ik ben het in alle opzichten niet met hem eens, ik hel n.l. meer over naar de Sociaal-Demokraten minder wat hunne stelsels (een vast stelsel hebben ze nog niet) dan wel wat de kritiek der tegenswoordige toestanden aangaat, en heb hun dit in een uitvoerigen brief meegedeelt. Daârop heb ik tot dusver geen antwoord ontvangen. - (....)
Maar nu schei ik uit. Later meer. Wees hartelijk met de Uwen gegroet en schrijf spoedig eens terug
Uw
liefh vr.
DRM
(....)