Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[10 januari 1880
| |
[pagina 193]
| |
vraagd heb) kan ik eigenlyk hier nu rustiger zitten dan als ik òf naar Utrecht of naar Haarlem ga, zooals eerst m'n plan was. Door hier te blyven tot byv. maandag middag (lezing te Amsterdam) win ik eenmaal uit- en inpakken en eenmaal nieuw beddegoed uit. Ook éénmaal van en naar station ryden. - Gister avend na de lezing vond ik je brief no 2 van Donderdag. (met stuk over O-sprookGa naar eind1. &c. Wel zeker is dat wáár. Ik kende die aardigheidjes heel goed. Ik dacht dat je ze ook kende. Ik zal 't voor je koopen. Dat duitsch artikel is mal pedant. Die dingen zyn immers slechts als 'n aardigheidje gemaakt, en zonder pretentie op gewicht! Ik heb dus je no 2. En voor ik dezen sluit, zal ik je adres opgeven voor no 3. 't Is me lastig lang vooruit te rekenen, of liever dan raak ik later in de war met het bepaalde. Span je toch niet in tot schryven. By jou valt niets voor, en ik heb alle dagen wàt. Maar daartegenover staat dat ik toch ook graag bericht kryg van de kleinigheden over huishouden & Woutertje! Maar toch ereinteerGa naar eind2. je niet. - Te Gouda maakte ik 6 brieven klaar om me hier rust te verschaffen. Ook aan Truida. En zie, na de lezing was Haspels met me meegegaan (Dirk = Kon. George) en bleef zitten tot ± 12. Daar kwam waarlyk nog AlbertGa naar eind3. aanzetten. Z'n moeder had hem gezonden, en dit vond ik lief. Truida heeft toch waarlyk iets hartelyks. Albert maakte op my 'n hoogst aangenamen indruk. Hy is zeer gedistingeerd van voorkomen en manieren. Hy bleef tot over één. - Van Morgen was ik moe en zenuwachtig. 'n reden te meer om hier wat rust te nemen, vooral daar kamer en bediening me bevalt. Toen ik gister kwam was de kachel aan. Ook heb ik best licht 's avends. Gister middag ontving ik zoo'n kistje lekkere sigaren van mevrouw Bremer die te Brussel woont. Dit bleek uit 'n kaartje. En ze was op de lezing. - In de pauze kwamen de Haas, Wolf en 'n paar vreemden. 'n vreesselyke drukte! - Zoo even kreeg ik weer 'n pakket (ik geloof weer 'n kistje sigaren) heel koket met blauw zy lint toegemaakt en 'n bouketGa naar eind4. er op. Ik | |
[pagina 194]
| |
heb 't nog niet open gemaakt. De mooierigheid doet me denken dat het van die mevr. Jacobson is. - M'n horloge is by Dupont. Ik hoop 't vandaag terug te krygen. - Zoo even schreef ik aan Haspels je 100 mark te zenden, als-i kan - nu ja, hy moet er geld genoeg voor hebben. (Ik ontving reeds 50 gl. weetje.) Ook vraag ik nòg 90 gl voor my om niet schraal te zitten in Amsterdam. - Ik wil 'n koffertje koopen om by 't eeuwige uit en inpakken niet altyd alles te moeten uithalen om by m'n trommel te komen. - Van MathildeGa naar eind5. vond ik hier 'n zeer romanesk briefje waarin ze zegt - 't gaat hierby. Och! Al die dingen hinderen me zoo. In weerwil van haar jacht op - hoe moet ik 't noemen, meent ze 't toch goed. Ze ziet niet in hoe zulke kittelingen me vermoeien. Ook houd ik 't er voor dat ze maar eens probeeren wil of ik me moeite geef om haar adres optesporen. Ik zal 't niet doen, juist omdat ik zoo'n oneenvoudigheid lastig vind. - Nà den 16n zend ik je natuurlyk geld. Als je nu maar eerst die 100 mark krygt, om je 't gaan naar W.b. uittewinnen. Misschien heb je 't al moeten doen met die 35 gl van Bruinsma. Dit zou me spyten. Met méér geld, en om dan Eichelsh.Ga naar eind6. en Blumer te betalen, is meer de moeite waard. - Jawel 't is van de Jacobsons. Er is 'n brief in van haar en 'n kaartje van hem. En 't zyn sigaren. - Een zoentje voor myn lieven jongen, en zoodra mogelyk geld voor den tooverlantaarn. Je kunt al vast zoo'n geïllustreerde pryscourant vragen, dunkt me, en bestel dan als je na den 16 geld hebt. Let er op dat je later nieuwe glazen krygen kunt, en of er ook blykt hoe je doen moet om by later bestelling niet de zelfden te krygen. Misschien zyn ze genummerd. - Dezen kryg je eerst maandag ochtend, denk ik.. Me dunkt dat het dan best is naar Leiden te adresseeren, waar ik dinsdag avend wezen zal, hotel Levedag. - dag Mies, dag Wou. Ik heb den heelen dag op m'n kamer gezeten omdat ik, me ziek meldende, niet op straat wil gezien worden. Ik heb aan Bruinsma geschreven. |
|