Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880
(1989)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 191]
| |
Rotterdam 10 Jani 80 beste Vitus & Hilda! Mies schryft me over de poging van WestraGa naar eind1. om met U in aanraking te komen en dat ge hem hebt op z'n plaats gezet. Door 'n byzonder toeval heb ik de schryvery van dien man by me. (Van huis gaande had ik geen lust 'n heelen stapel brieven &c uittezoeken. Ik nam toen alles maar mee, om 't op 'n rustigen dag wat te ziften, en zie de corri van onzen vrind is er by!Ga naar eind2.) Dat ik 't u zend, is om U 't genoegen te geven van voldoening over 't hem gegeven antwoord. Het is gevaarlyk zich met dien man intelaten. Na de hierby gaande correspi heb ik eens 'n brief (of postkaart!) van hem gehad die ik er nu niet by vind. Hy zeide dat hy de schryver was van zeker stuk (of zekere stukken) in de LevensbodeGa naar eind3. waarin ik - naar ik hoor, want gelezen heb ik ze niet - wordt aangevallen. Ook vroeg hy my of ik eens door of van Versluys 10 gl. had ontvangen die (zeide hy) van hem warenGa naar eind4.. Ik zond hem 10 gl. zonder 'n woord er by. Ja lees nu eens die stukken en vraag u af wat men van zoo'n man denken moet? Eerst die hoogdravende malle vereering en tegelykertyd die ‘aanteekeningen’ - grondeloos diep en onbevatbaar fyn meestal, zegge: specieusGa naar eind5., chicanerig en subtiel! - en kort daarop de brief waarin hy me zoo uitscheldt. Onze L.H. heeft rare kostgangers! - En Mieske schryft me over zeker verzoek van den heer LambertsGa naar eind6.! Ik vrees, of ben zeker, dat ik geen praktisch-toepasselyke wenken over de door hem bedoelde zaak geven kan. Wel heb ik 'n paar opmerkingen daarover en die zal ik U later meedeelen, doch ze zyn niet bruikbaar in de praktyk. Als 'n effekten-handelaar me voor adviezen een deel van de winst beloofde zonder me by tegenvallen in 't verlies te laten deelen, dan nog zou ik zoo'n akkoord niet durven aangaan. Daarover later! - Gister heb ik hier gesproken. Ik vond m'n voordracht min. O, denk niet aan nederigheid. Als ik anders meende zou ik 't zeggen. Ik voel me suf en geesteloos. Ook fysiek ben ik zwak. Dit was den | |
[pagina 192]
| |
ganschen zomer zoo. Alles viel me te zwaar. Als ik te Leeuwarden by U 'n rustigen avend heb, en me gestemd voel zal ik U eens een en ander vertellen dat U (eenigzins ten-minste) inzage geeft in m'n gemoed. Maar, 't is raar, dat kan ik niet op kommando doen, of - enfin. - Mies schryft me, en dat weet ze van U, wanneer ik te Leeuwarden spreek. Haspels gaf my op m'n verzoek slechts de dagen van de eerstv. week op. Anders benauwt het me. - Ik houd hier vandaag rustdag en meld me ziek voor bezoekers. Onwaarheid is 't niet, want ik ben zeer kortademig. Dag beste vrienden, weest hartelyk gegroet van Uw liefh. Dek
De mal-mooie hand van dien Westra maakt by den inhoud zoo'n gek effekt, vind ik. Er is zoo iets gemaakts in. En dan dat groote formaat van papier. Alles zoo stelterig en vertoonerig. |