[11 januari 1880
Brief van Multatuli aan G.L. Funke]
11 januari 1880
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje, postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (⅓) beschreven. (M.M.) Met gedrukt briefhoofd Chr. Brugma. Hotel Weimer, Rotterdam.
Zondag middag
Waarde Funke! Na de hier eergister gehouden lezing (waarmee ik niet tevreden ben!) was m'n plan terstond van hier te gaan, om de drukte van bezoeken &c te ontloopen, daar ik zeer zwak ben. Het eerste deel van den dag kan ik niet dan met moeite ademhalen, 'tgeen 's avends wat beter wordt.
Ik heb echter m'n plan niet uitgevoerd, en ben hier uit vermoeienis en lusteloosheid maar gebleven.
M'n plan is nu, morgen maandag, met een der vele treinen die circa 10, 11 of 12 uur van hier vertrekken naar Amsterdam te komen, en maar weer in 't Rondeel aftestappen. Terstond na aankomst zal ik U dan bericht zenden op de pypenmarkt. Schikt het u my te komen zien, hartelyk gaarne. Zoo niet, dan wil ik natuurlyk gaarne by U komen. Maar ik moet me nog prepareeren voor m'n lezing. ‘Waarom doe je dat niet vroeger?’ vraagt ge. Wel, dan zou ik riskeeren te blyven steken. Op m'n memorie kan ik hoe langer hoe minder rekenen. Ik voel me aftakelen. Zoo ben ik den ganschen zomer geweest!
Toch moet ik zeggen dat ik me deze laatste 3, 4 dagen betrekkelyk wel voel. Mimi zegt (of liever zeide, want ze is niet meegekomen) dat reizen en bereddering, hoe ik ook 't land er aan heb, me beter dient, dan thuis zitten. Dan peins en mymer ik te veel, is haar meening.
't Is mogelyk, maar de vermoeienis valt me toch wel zwaar.
Wees hartelyk gegroet van
t.a.v.
DD