Volledige werken. Deel 17. Brieven en dokumenten uit de jaren 1874-1875
(1986)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 478]
| |
Vorstenschool.De inhoud van Multatuli's drama mag als bekend verondersteld worden. Wie heeft die schoone rijmlooze verzen niet gelezen en herlezen? Doch een drama alleen te lezen is nog niet genoeg, men verlangt het te zien en eerst dan, de auteur zegt het ons zelf, kan men er een oordeel over uitspreken. Daarom ook zeiden wij in een vorig nummer dat de tooneelbestuurders Le Gras, van Zuylen & Haspels zich verdienstelijk maakten jegens de Nederlandsche letteren door hun krachten aan de Vorstenschool te beproeven. Die proef werd genomen en Dinsdagavond had voor een stampvolle zaal de eerste opvoering hier ter stede plaats. De hoofdrol, die van Louise de koningin, was in handen van mej. Mina Krüseman, terwijl hare ‘leerling’, mej. Elize Baart, als Hanna optrad. Deze omstandigheid (de eerste althans) was de aanleiding tot het feit, dat niet Rotterdam doch Utrecht de primeur van deze opvoering had. Och, wat deed het er toe? Men noeme het kleingeestig, doch vergete dan niet, datzelfde epitheton tevens op zichzelf toe te passen. Vervulde mej. Krüseman de rol van Louise goed, dan was dit zeker wel een kleine toegeeflijkheid waard, en deed zij het niet... waarom verlangde men dan de primeur te hebben? Gelukkig mogen wij hier in een adem bijvoegen, dat zij zich onzes inziens zeer goed van haar moeielijke taak kweet. Al was het publiek in den aanvang niet overvriendelijk jegens haar gezind, spoedig week deze gezindheid om plaats te maken voor onverdeelde bewondering, toen zij ons het edele karakter van Louise deed hooren, zien en voelen. Zij heeft bij deze gelegenheid getoond, dat zij in een meesterstuk ook meesterlijk weet op te treden, en het gevoel van eigenwaarde, waarmede zij enkele regels uit de rol voordroeg, wij behoeven ze niet nader aan te duiden, klonken alsof de bevallige spreekster ons iets uit haar eigen ervaring vertelde. Dat de dictie van deze passages niet het slechtste was, behoeven wij hier wel niet bij te voegen. Mej. Elize Baart zette haar eerste schreden op ons tooneel onder | |
[pagina 479]
| |
de gunstigste auspiciën. Een allerliefste persoonlijkheid (een voorrecht dat wel niemand gering zal schatten!) en een rol waarin zelfs een actrice van minderen rang zou bevallen! - Het doet er niet toe, zij voldeed in elk opzicht en werd zeker wel in de eerste plaats om haar spel door het publiek ten warmste toegejuicht. Voor een uitvoerige beoordeeling van het spel der overige acteurs ontbreken thans tijd en gelegenheid. De heeren D. en J. Haspels, als de (in der tijd zoo streng gewraakte, doch in elk geval thans zoo uitmuntend gespeelde) koning en de traître-heer uit Z. M's omgeving, de heer W. van Zuylen in zijn dubbele rol van Spiridio en Herman, de heeren Le Gras en de overige acteurs gaven allen blijk van grondige studie en speelden con amore. Mevr. Van Offel-Kley toonde Multatuli's opmerkingen over de rol der koninginmoeder gelezen en goed begrepen te hebben; de overige dames werkten insgelijks naar hunne krachten uitstekend mede. In éen woord, er was niets gespaard om de Vorstenschool zoo goed ten tooneele te brengen, als met het oog op de beschikbare krachten slechts mogelijk was en zoowel daaraan, als aan de innerlijke waarde van het stuk was ongetwijfeld het enorme succes te danken dat het behaalde. Na afloop van het vierde bedrijf en onder oorverdoovend applaus verscheen de auteur ten tooneele. Reeds was hem dezen dag (zijn verjaardag!) namens de directie en het personeel van den schouwburg een prachtige pendule met twee coupes vereerd; thans werd hem, behalve tal van lauwerkransen uit het publiek, door eenige bewonderaars van zijn talent een rijk mahoniehouten schrijfbureau met stoel en een bronzen beeld ten geschenke aangeboden, met een toepasselijk woord van den heer Le Gras, die hulde bracht aan zijn groote verdiensten. Aandoening belette hem hierop te antwoorden en uit zijn naam dankte de heer Le Gras daarop opnieuw voor de ontvangen bewijzen van waardeering. Wij hopen nog nader op deze merkwaardige voorstelling terug te komen en twijfelen niet of zij zal nog door anderen gevolgd worden. We zouden althans meenen dat de directie van dezen schouwburg het publiek daardoor nog meer aan zich zou verplichten dan zij tot nog toe reeds gedaan heeft.
Voor de voorstelling van Multatuli's Vorstenschool, die Woensdag | |
[pagina 480]
| |
te Leiden plaats had, was Vrijdag 26 Feb. des morgens ten 10 uren, geen enkele plaats meer aan den Schouwburg te bekomen; dus alles was toen reeds onder de hand verkocht. |
|