[4 maart 1875
Bericht in Arnhemsche Courant]
4 maart 1875
Bericht in de Arnhemsche Courant, no. 6505. (K.B. 's-Gravenhage: fotokopie M.M.)
Omtrent de opvoering van Vorstenschool schrijft men ons uit Utrecht:
Vorstenschool is over het algemeen best bevallen. Natuurlijk was Mina Kruseman de heldin van den avond. Het oordeel over haar loopt zeer uiteen. Mijns inziens mag men haar en het publiek geluk wenschen met hare optreding. Natuurlijk was niet alles volmaakt, maar op dit ondermaansche schijnen er toch gevonden te worden, die dat en vooral van Mina Kruseman eischen. Waarom? Nu ja, dat behoef ik u niet te schrijven. Voor eene eerste optreding vond ik Louise zeer goed. Wel hebben wij in Mina Kruseman nog geen mevrouw Kleine, geen mevrouw de Vries, maar bij haar schijnt men niet in rekening te mogen brengen dat zij voor het eerst optreedt.
Het stuk laat zich zeer goed spelen en boeit. Veel schoonheden, die men bij de lezing kan genieten, gingen verloren, dat is waar, maar het is ook waar, dat verscheidene acteurs nog niet op hun gemak waren. De rol van den Koning werd door den heer Haspels uitnemend vertolkt.
De zaal was zoo opgepropt vol op alle rangen, dat er geen plaats open gebleven was. De directie heeft tegen vrijdag eene 2e opvoering geannonceerd.
Jufvrouw Baart speelde nu en dan allerliefst. Maar èn Mina Kruseman èn jufvrouw Baart kon men het aanzien, dat zij zich nog niet geheel thuis voelden op de planken. Het gemak zich tooneelmatig te bewegen, ontbrak nu en dan.
Vrij algemeen is het oordeel, dat de leden van het tooneelgezelschap der heeren Legras, Haspels en van Zuylen zich uitnemend van hunne rollen hebben gekweten; dat jufvrouw Baart grooten aanleg heeft, maar dat jufvrouw Kruseman de Koningin niet weergaf in den geest, waarin die rol door Multatuli is geschreven. De commissaris des Konings, de burgemeester en vele hooggeplaatsten woonden de voorstelling bij.