[31 december 1861
Missive van de Algemene Rekenkamer]
31 december 1861
Missive van de Algemene Rekenkamer voor Nederlands-Indië aan de Directeur van Financiën. (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage. Fotokopie M.M.)
No. 6671/229.
Batavia den 31e December 1861.
Met referte aan uwen brief van 23e dezer No. 14085, hebben wij de eer UEdelGestrenge te verzoeken, om voor het geval zulks nog niet mogt zijn gedaan, alsdan het gouvernement wel te willen voorstellen, om ten aanzien van de som van f 2398.66½, door den gewezen ambtenaar E. Douwes Dekker, per resto schuldig gebleven van de hem door onze kamer opgelegde belastingen en van de door hem nog te voldoene contributien aan de burgerlijke pensioenen, eene gelijke beschikking te nemen, als indertijd onder anderen heeft plaats gehad met den gewezen kontroleur der 2e klasse ter Sumatras Westkust J.J. Hoijer blijkens de Regeringsbesluiten dd. 11 September 1857 en 15 September 1859 No. 20 en 81.
Een zoodanige beschikking achten wij ter zake nog noodig, met het oog op de artikelen 1 en 49 der finantiëele bepalingen (Staatsblad 1831 No. 71.)
De Algemeene Rekenkamer,
(w.g.) Leféber,
ter ordonnantie van dezelve,
De Secretaris,
(w.g.) Cluwen.
Voor eensluidende afschriften,
De Gouvernements-Secretaris,
Nederburch,
Aan Den Directeur van Financiën