caat te Amsterdam, wonende aldaar op de Keizersgracht, ten zijnen woonhuize mijn Exploit doende aan en sprekende met de Dienstbode A.M. Teins -
Dat mijn requirant komt in hooger beroep van het vonnis op den Negen en Twintigsten Mei 1800 Een en Zestig door de Arrondissements Regtbank te Amsterdam (Eerste Kamer) tusschen mijn requirant als Eischer bij geregistreerd Exploit van Dagvaarding van den Deurwaarder J. du Pont Noordbeek van den Veertienden December 1800 Zestig en den geinsinueerde als gedaagde gewezen, zijnde geregistreerd, waarbij hem eischer zijn ingestelde vordering is ontzegd met veroordeeling in de kosten, aan hem beteekend bij geregistreerd Exploit van den Deurwaarder J.H. Stroethoff d.d. Zeven en Twintig September 1800 Een en Zestig.
En heb ik Deurwaarder mitsdien ten verzoeke alsboven exploit doende en sprekende als is is gezegd
den voornoemden Heer Mr. J. van Lennep
Gedagvaard
Omme bij procureur te compareeren te teregtzitting van het Provinciaal Geregtshof van Noord-Holland zitting hebbende op het Paleis van Justitie te Amsterdam op Donderdag den Twaalfden December 1800 Een en Zestig des morgens ten Tien Ure Ten einde op de gronden en motieven bij Memorie te ontwikkelen, te hooren Concludeeren:
Dat het Hof vernietigende het ingestelde Appèl en het vonnis waarvan is geappelleerd alsnog aan den Eischer (nu Appellant) zal toewijzen zijne in eersten aanleg gedane eisch en genomen Conclusie, strekkende: om aan den eischer (nu Appellant) te doen rekening van de bezorging der uitgave van het Werk ‘Max Havelaar’, en de ontvangsten daarvan te verantwoorden, met aanbod van den Eischer (nu Appellant) om den gedaagde (nu geintimeerde) schadeloos te houden, en de aangegane verbindtenissen na te komen, volgens de Wet.
Bij het in deze te wijzen Arrest de tijd te hooren bepalen, waarbinnen de rekening geschieden moet, en de Regter Commissaris te hooren benoemen, ten wiens overstaan die zal worden gedaan.
Wijders het bedrag te hooren bepalen, tot welker beloop hij