[6 december 1860
Brief van Multatuli aan Tine]
* 6 december 1860
Brief van Multatuli aan Tine. (Brieven IV, blz. 192; Brieven WB IV, blz. 143). Het genoemde telegram is niet teruggevonden.
Donderdag.
Lieve Engel! Gister was ik verdrietig om de traagheid van vooruitgang en de vrees voor bekrompenheid. Maar nu heb ik je getelegrafeerd dat je doen moet naar goeddunken. Je weet alles even goed als ik. Vind je dat we in den Haag ons fatsoenlijk kunnen bewegen, kom dan, maar hier met u armoe lijden vind ik vreesselijk. Doet wat je het beste vind, ik zal alles goedkeuren. Als je komt heerlijk, zoo niet dan hoop ik te komen.
Nog eene opmerking. Misschien ware het goed dat ik, gedurende den loop der publieke demonstratie, mij buiten schot hield, en mij door absentie neutraliseerde. De zaak behoort buiten mij omtegaan. Dàt zou eigenlijk doen stemmen voor Brussel.
Wat je doet zal ik goed vinden. Kus het lieve menschdom. Ik heb je brief van gisteren. Heel lief van Edu en Non dat zij zoo zoet zijn. 't Zijn beste kinderen.
Is er kwestie dat Eugenie thans reeds van Mr. V. af wil? Of is de bedoeling dat zij bij ons komen zou als zij eens van hem afging? Zij is een beste trouwe meid, het doet mij pleizier dat je dat ook vindt. Nooit zal je wat onfatsoenlijks van haar zien. Zij is uiterst delicaat en heeft geen egoisme. Ja, ik houd het er voor dat zij heerlijk voor de kinderen zijn zou. Doe alles naar uw goedvinden, maar bedenk goed dat het leven hier in den Haag duur is, tenzij wij ons wegstoppen, en dan hoeven wij hier niet te zijn. Gister was er muziek in de societeit, met dames. Ik had een enorm bekijk. 't Was puur lastig.