had Multatuli er drie ontvangen. 14 mei 1860 kan gelden als de datum waarop het werk in de handel is gebracht. Uit zijn heftige reacties blijkt, hoe veel Multatuli van deze publikatie heeft verwacht. Al op 23 mei is hij ontevreden over de geringe zending naar Indië: 20 exemplaren; op 3 juni wil hij zelf naar Nederland komen, voor agitatie, en voor een nationale inschrijving.
Op 15 juni reist hij naar Rotterdam, merkt er het effect van zijn boek, belegt er op 19 juni een bijeenkomst voor pseudo-Barbier en gaat de dag daarna beschaamd naar Amsterdam. Ondanks de vele lovende recensies, waaronder die van Prof. Veth in de Gids, blijven steun en geld achterwege. Op 11 juli gaat Multatuli naar Brussel en dan naar Spa, om bij de speelbank zijn fortuin te beproeven. Dit mislukt; omstreeks 20 juli keert hij terug naar Amsterdam. Tine in Brussel en hijzelf in Amsterdam verkeren in de bitterste geldnood. Beloofde hulp uit de kring van de Vrij-arbeiders valt tegen, maar van éen hunner, de heer Veenstra, leent hij midden augustus f 1000. In deze tijd bezoekt hij vaak zijn nichtjes Abrahamsz; de achttienjarige Sietske maakt een diepe indruk op hem. Hij schrijft over haar voor het eerst op 12 augustus 1860.
Het literaire succes van de ‘Max Havelaar’ neemt nog toe, uitgevers en redacteuren vragen Multatuli's medewerking. Op 26 augustus krijgt hij om een betrekkelijke kleinigheid ruzie met zijn broer Jan. Op 27 augustus schrijft hij Tine, dat het voor zijn werk wellicht beter is niet naar Brussel terug te keren. Hij huurt een kamer aan de Botermarkt te Amsterdam (nu Rembrandtplein). Van 28 augustus dagtekent het plan voor de verkoop van zijn lithografisch portret; het wordt in Brussel gereed gemaakt, maar het lijkt slecht, en de verkoop mislukt.
September en oktober zijn overigens vol beloften: er is een nieuwe druk van de ‘Max Havelaar’ nodig; een engelse, een franse en een duitse vertaling zijn in de maak. In de Kamerzitting van 25 september is het boek, ongenoemd, een onderwerp van discussie. Dekker stelt zich na een voortreffelijke Havelaar-bespreking in de ‘Tielsche Courant’, kandidaat-kamerlid in het district Tiel, maar krijgt op 16 oktober slechts 9 van de 945 stemmen. Men stelt hem ook kandidaat in Leeuwarden; op 30 oktober krijgt hij 10 van de 1656 stemmen.
Intussen is de vriendschap met Van Lennep verkoeld door diens