[28 december 1859
Brief van Dekker aan Van Lennep]
Waarschijnlijk 28 december 1859
Brief van Dekker aan Van Lennep. Dubbel velletje postpapier, waarvan twee bladzijden beschreven. (U.B. Amsterdam)
Zeergeachte Heer van Lennep!
Op uwen hartelijken maar troosteloozen brief van vóór de Kersdagen heb ik wel vier antwoorden geschreven, maar alles weêr verscheurd.
Eergisteravond kreeg ik bijgaand briefje van mijne vrouw. Waarom ik U dat aanbied? Och bewaar het s.v.p. 't wordt misschien een bladzij in de historie, - er staan er wel leelijker in.
Moedeloos ben ik niet, maar wel verdrietig. Ik denk gedurig aan de klagt van Christus: Hoe zal 't zijn als het zout zouteloos wordt? Van of namens den Heer Hartsen heb ik niets vernomen. Als de Heer Rochussen den loop der zaak naar zijnen wensch had gedirigeerd had het niet anders kunnen gaan.
Ik hoop de eer te hebben U heden avond in Diligentia te zien en verblijve intusschen met hoogachting
UwedgestrDw Dienaar
Douwes Dekker
Woensdag morgen
Die N. is prins Napoleon die - - maar dat doet er niet toe. C. is Coriolanus