[2 december 1859
Brief van Tydeman aan Van Lennep]
2 december 1859
Brief van Mr. J.W. Tydeman aan Jacob van Lennep. Dubbel velletje postpapier, waarvan éen blz. beschreven. (U.B. Amsterdam).
Het ‘stuk’ betreft een afschrift van Dekkers brief aan de Gouverneur-Generaal in ruste; zie de brief van 6 december 1859.
Mr. J.W. Tydeman
WelEdGestrHeer Mr. J. van Lennep.
s.s.t.t.
Amice,
Ontvang mijnen hartelijken dank voor gedane mededeeling: het stuk gaat hierbij terug.
Het hart kookt van verontwaardiging, als men bedenkt, hoe eene bevolking onder de vaderlijke Regering mishandeld wordt, en ambtenaren die hunne pligt doen, in ongenade vallen.
De Resident van Bantam, zooals hij hier geschetst wordt, is eene Type. Men moet met O.I. landbouwers bekend zijn, om te weten, hoeveel goeds tegengewerkt, en hoeveel kwaads toegelaten wordt door ambtenaren van dat kaliber.
De Heer Dekker schijnt mij toe werkelijk een martelaar te zijn van dienstijver en pligtsbetrachting. Ik hoop van harte, dat hij eene schitterende voldoening moge ontvangen, maar ook dat het doel van zijn edel streven moge worden bereikt en de Augias-stal in 't Bantamsche wordt gezuiverd.
Steeds achtend
t.t.
v.h. 2 Decr 59.
J.W. Tydeman