De dichtkunst(1698)–Anna Morian– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 100] [p. 100] Aan myn Zuster. ELIZABET, die hier Elëa heet, 't Behage u naar myn maatgezang te hooren; De veldlier streelde altyd uw geest en ooren. Gevalt u dit, de vlyt is wel besteed. Myn veld nimf, eens geraakt aan 't lugtig zingen, Kon nu zoo kort haar gorgel niet bedwingen. Vorige Volgende