De dichtkunst
(1698)–Anna Morian– Auteursrechtvrijbron
Anna Morian, De dichtkunst. 1698
codering
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
logboek
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Amsterdam, signatuur: OTM: O 62-9532, scan van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De dichtkunst van Anna Morian uit 1698.
redactionele ingrepen
fol. *2r: lichchaaam → lichchaam: ‘De swakheid van haar lichchaam, end hertstogten daar mede’.
fol. *4r: Schtiften → Schriften: ‘dienstig tot verklaringe de H. Schriften, onderzoekende’.
fol. *4r: Digthunst → Digtkunst: ‘van 't misbruik der Ed. Digtkunst tot dertelheid, byzonder’.
p. 2: HeelAl → Heelal: ‘Waarom 't Heelal zoo schoon is toebereid’.
p. 14, 165: in het origineel is een deel van de tekst moeilijk leesbaar. Dat is in deze digitale editie aangegeven tussen vierkante haken.
p. 19: zon'beschynt; → zon' beschynt;: ‘Nooit opgeblazen als hem voorspoets zon' beschynt;’.
p. 29: het onjuiste paginanummer 26 is verbeterd.
p. 30: anstig → angstig: ‘En 't treurig hert in angstig wee en kermen’.
p. 31: zondaɐrs → zondaars: ‘Die door zich zelf het heil des zondaars werkte’.
p. 35: hestmen → heftmen: ‘Hoe heftmen dan niet meer het hooft’.
p. 40: Zyu → Zyn: ‘Zyn schade is groot en onherhaalbaar’.
p. 43: gont → gout: ‘En deckt met binkend gout de schoenen aan den voeten’.
p. 46: lny → luy: ‘Aspirant a la vie au ciel, pour luy gardé’.
p. 60: nier → niet: ‘En blyft niet meer in eenzaamheid versteeken’.
p. 85: driemaalvyf → driemaal vyf: ‘Die heden driemaal vyf en vier paar jaren sluit’.
p. 94, 130: in het origineel staan in de kop twee getallen onder elkaar genoteerd. In deze digitale editie is zo'n weergave niet mogelijk. De cijfers zijn daarom achter elkaar geplaatst met een / ertussen.
p. 98: volleu → vollen: ‘Tot aan den vollen middag gaat’.
p. 101: Jesns → Jesus: ‘Zoo veel 'er Jesus roept en by zyn schapen teld’.
p. 103: ont?rieden → ontrieden: ‘Door daauw en nagtlugt, schoon 't my wyzer vaak ontrieden’.
p. 104: pooulier → populier: ‘En hooge populier zig spieglen in de vlied’.
p. 117: koortsigbloed → koortsig bloed: ‘Geen kwaal nog koortsig bloed zal nu de spreeklust steuren’.
p. 119: slaafsehe → slaafsche: ‘Ontschuilde met veel lust de pragt en 't slaafsche woelen’.
p. 137: wordt' er → wordt 'er: ‘Meer wordt 'er niet gevonden’.
p. 143: Prohetisch → Profetisch: ‘En hoe hy na 't Profetisch Woord’.
p. 144: ęieraad → cieraad: ‘Die Anna, 't cieraad, en de vreugde’.
p. 149: ovetblyfsels → overblyfsels: ‘gezien wordt omtrent de overblyfsels van een klooster’.
p. 152: Immauuël → Immanuël: ‘Haer offerkleet, een gift van helt Immanuël’.
p. 152: Een'ring → Een' ring: ‘Een' ring, waer meê zyn neef, Gods boô en tolk’.
p. 162: Borssese → Borssele: ‘Filips Stedehouder in Hollant, Vrank van Borssele, Ridder, Heer van Zuilen’.
p. 164: uitmutende → uitmuntende: ‘met lof draegende, en voor al uitmuntende in de poëzye’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (*1v, 54, 122, 140, 168) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. *1r]
DE
DICHTKUNST
VAN JOFFROU
ANNA MORIAN,
OP HET VERZOEK VAN GOEDE
VRIENDEN
BY EEN GEZAMELT,
EN TEN GEMEENEN DIENSTE
UIT GEGEEVEN.
t' AMSTERDAM,
By de Weduwe van Gysbert de Groot, Boekver-
koopster, woonende op den Nieuwendyk, 1698.