De dichtkunst(1698)–Anna Morian– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan L.M. op haar Ed. verjaren, Den 7den van Lentemaand, 1696. MYn zuster, zie een jaar u weder snel ontgleden. Zoo volgd al ylend t' een het ander jaargety; De tyd is klein gesplitst, en blyft ons weinig by: Dat zyn zal, is nog niet, en weg is al 't voorleden. Gelukkig, alsmen wys gebruikt het vloeiend heden, En maakt van tyds geweld zyn geest en liefde vry, Gebouwd op vaster grond, vernoegd, gesterkt en bly, Niet veel door losse hoop, nog yd'le zorg bestreden. Ik groete u vrolyk, met een wensch, dat deze dag, U nog veel jaren, met meer zegens, alsze ooit plag, Ontmoete; en steeds uw ziel gerust in God mag vinden. Zag myn genegen hert zyn bede en wensch voldaan, Gods gunst bewaarde uw ligt voor wolk of ondergaan, Tot dat het eeuwig heil 't verjaren zal verslinden. Vorige Volgende