Dat komt van Seriba, een kleine zeemeermin, die opgesloten zit in die schelp. Ze is verliefd op Warana de zeeschildpad.
Haar vader die niets van deze liefde moet hebben, heeft haar opgesloten in de grote schelp. Lilia heeft medelijden met het zeemeerminnetje.
Als ze Warana bij de schelp ziet, slaat ze de schelp kapot op het harde schild van de schildpad. Dan is Seriba vrij en op het schild van haar vriend gaat ze de zee in, nagezwaaid door Lilia.
Kort en eenvoudig is dit sprookjesachtige verhaal. Ideaal om voorgelezen te worden. Beeldend geschreven met de geluiden van de zee en de ‘krak’ van het breken van de schelp op het schild.
Liefde en vriendschap lopen door dit echt Surinaamse sprookje heen. De zeemeermin is een belangrijk motief in onze orale literatuur. Volwassen heet ze ‘watramama’. Het is een universeel motief dat in landen met zee en/of rivieren in de hele wereld een rol speelt.
Behalve als voorleesboekje is ‘Seriba in de schelp’ boeiend voor gevorderde lezertjes. In combinatie met de tekeningen is het verhaal duidelijk en moeilijke woorden ontbreken.
Waar op school bij aardrijkskunde Galibi ter sprake komt kan het verhaal als extra illustratie van begrippen als ‘strand’ en ‘zee’ dienen.