Van Ans Lieveld en José Kamps is de zesdelige serie boekjes ‘paul en pim’ (1996). Ze bevatten elk een kort verhaaltje over de jongen Paul en het aapje Pim, met duidelijke, grappige zwart-wit illustraties. Alle zes zijn mooi verzorgd in eigen beheer uitgegeven.
Kleine roze boekjes zijn het, met een kartonnen kaft. Een prachtige formule: goedkope, kwalitatief uitstekende boekjes die mama met de boodschappen uit de supermarkt kan meebrengen voor haar kinderen.
In kleuterklassen en in klassen van beginnende lezertjes kunnen de kinderen zelf een mooi doosje maken om zo'n serie in te bewaren.
De paul en pim-verhaaltjes zijn herkenbaar. De pa van Paul heeft een aapje, Pim, op zijn erf. Pim zit vast met een ketting aan de boom, waarin ook zijn huisje is. Tussen Paul en Pim gebeuren er steeds weer nieuwe, spannende dingen die te maken hebben met de aard van aapjes en kleine jongens.
In het eerste deeltje gooit Paul een steen naar Pims kop omdat die niet bij hem komt als hij hem roept. Dan bijt Pim in Paul z'n duim. Als pa erachter komt, is hij boos op Paul. De jongen leert van het geval en het komt goed tussen de twee. In ieder deeltje is er weer een probleem dat opgelost moet worden.
Het huis van Pauls pa en ma en het huisje van Pim zijn lek door de hevige regens; Pim bijt op een pen en krijgt blauwe inkt binnen, gelukkig gaat hij niet dood; Paul valt van de schommel en Pim helpt hem over zijn angst heen; Paul doet mee de zieke manjeboom op het erf te redden, en ten slotte: Pim blijkt een meisjesaap die naar een mannetje verlangt. Ze brengen haar naar de Zoo, waar ze met een jongensaapje in een kooi komt. Paul kan hen daar regelmatig opzoeken.
Er is altijd wat spanning en het loopt steeds weer goed af. De lezertjes zullen veel van zichzelf herkennen in Paul. Ook als hij verdriet heeft. Met die mooie tekeningetjes bij de verhalen zijn het echt boekjes om zelf te hebben. En dan zelf te lezen!