Sergio uit het eerste verhaal, ‘Sergio en de draak’, wil op zijn erf een leguaan vangen, maar het dier zweept hem pijnlijk met zijn staart. Had hij maar beter naar zijn ouders moeten luisteren.
‘Ogri Claudia’, een ander verhaal, uit Moengo, is een moeilijk meisje, dat altijd haar eigen zin wil doen. Als ze op vakantie is bij haar opa en oma in de stad, knipt ze haar eigen haar af en ziet er daarna gek uit. Gelukkig is er een goede kapster in de buurt. Maar of Claudia zal veranderen?
Het titelverhaal, ‘Het Paradijs’, gaat over een jongen uit Nederland die op vakantie is in zijn ‘paradijs’, Suriname. Suriname heeft goede en minder goede kanten. Raoul geniet met volle teugen van de natuur en de gezelligheid in zijn familie.
Prachtig is het sprookjesachtige verhaal over Soraya, een meisje uit Galibi dat in de stad woont en zich verveelt in haar eentje. Ze wil een zusje om mee te spelen. Dat krijgt ze op een wonderbaarlijke manier: onder de grond op hun erf woont een mini-stam, de djoekoewiri's, kleine wezens in wonderbaarlijke kleuren.
Als Soraya afdaalt in hun hol, wordt ze ook heel klein en vindt haar ‘zusje’ Aya met wie ze lekker kan spelen en tori praten. Ze stapt heen over de kleurverschillen tussen hen beiden. ‘Vind jij alleen mensen die op jou lijken, lief?’ zei Bako, het djoekoe-wiri mannetje. Dat is een doordenker.
Dit zijn een paar voorbeelden uit de bundel. Gevarieerde onderwerpen dus, waarbij kinderen zich niet vervelen zullen.