Hij begrijpt dat het hier gaat om twee jongens, een tweeling, die verborgen gehouden zijn door hun moeder, vrouw Sadoema, en zwaar verwaarloosd. Dolf vertelt zijn belevenis aan zijn moeder, die de twee gehandicapte jongens wil helpen.
Dan gebeuren er een heleboel dingen: grote opschudding in Coronie als de bakru's gesignaleerd worden, schoolmeester Dirk Tillivan en moeder Sadoema die verliefd op elkaar worden, de ouders van Dolf die zich ontfermen over de opgejaagde tweeling en ten slotte het happy end als meester en moeder Sadoema gaan samenwonen en de jongens naar school gaan, als gewone kinderen.
En Dolf? Het leukste en liefste meisje, dat hij niet durfde aanspreken uit verlegenheid, laat hem openlijk merken dat ze van hem houdt!
Gerrit Barron heeft dit verhaal mooi geschreven. Je beleeft als lezer het leven van de bewoners van Coronie met al hun bijzondere dingen. Hij laat zien dat mensen heel verschillend over verschijnselen zoals bakru's kunnen denken en dat kinderen met een lichamelijke (of verstandelijke) beperking kinderen zijn net zoals alle anderen en ook hun mogelijkheden hebben om zich te ontwikkelen.
In dit boek brengt Barron zijn boodschap met veel minder nadruk dan in zijn andere boeken en dat, plus de vele taalgrapjes, maakt ‘De kinderen van Sadoema’, ondanks het ernstige onderwerp, tot een leuk boek.