5 Leerlingen van de middenklassen van de lagere school
Gevorderde Lezers
In deze fase ontstaan de ‘leesbeesten’, kinderen die niet kunnen ophouden met lezen, en vaak stiekem nog doorgaan. Maar zo zijn ze lang niet allemaal.
In deze periode moeten er veel activiteiten ontplooid worden om kinderen tot lezen te brengen, van lezen te laten houden. Deze leeftijdsgroep blijft van fantasie houden. Er zijn veel kinderboeken waarin een ‘echt’ kind in een fantasiewereld terechtkomt. ‘Rani en de slangenkoning’ van Effendi N. Ketwaru is bij ons een voorbeeld hiervan. En Anansi, vooral de moderne Anansi, van onze tijd, is heel populair. Iets oudere kinderen houden ook van realistische verhalen die zich vaak in gezin of familie afspelen.
‘Tay wan sak' angisa’ van Francis Vriendwijk gaat over een man en vader die in de gevangenis terechtkomt wegens bedrog. Een maatschappelijk en gezinsprobleem dus. Morele problemen worden belangrijker. De autoriteit van de opvoeders is niet altijd meer absoluut. Kinderen gaan de grenzen van het toelaatbare aftasten. We zien dat bijvoorbeeld in ‘Het geheim van de Goslar’ van Gerrit Barron en in de verhalen uit ‘Het Paradijs en andere verhalen’ van Idanka.
De echte ‘leesbeesten’ zullen gauw uitgelezen zijn in de Surinaamse kinderliteratuur, waarin van die echt lekkere dikke spannende, ondeugende of gevoelige boeken ontbreken, maar zij kunnen terecht in de overvloed van de Nederlandse kinderliteratuur en vertaalde boeken uit andere landen. Overigens, ‘Alleen op de wereld’ van Hector Malot uit 1878 blijft nog altijd een topper, over de hele wereld en is opnieuw uitgegeven in een onverkorte uitgave.
Hector Malot ‘Alleen op de wereld’