Van Alexandros tot Zenobia. Thema's uit de klassieke geschiedenis in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
(1998)–Eric M. Moormann, Wilfried Uitterhoeve– Auteursrechtelijk beschermdPyrrhos(319/18-273), zoon van de koning van Epeiros, Aiakides, die kort na Pyrrhos' geboorte van de troon werd gestoten. Tijdens deze troebelen werd Pyrrhos in veiligheid gebracht door Aiakides' dienaren. Bij een woeste rivier gekomen riepen ze de hulp in van de bewoners van de andere oever door een schriftelijke boodschap aan een steen of speer te binden en deze over de rivier te werpen. Ze kregen de gevraagde hulp en ontkwamen met het kind aan hun achtervolgers. De koning van het gebied, Glaukias, bracht het groot als een van zijn eigen zonen. Toen Pyrrhos was opgegroeid, viel Glaukias Epeiros binnen en plaatste hij Pyrrhos daar op de troon. Enkele jaren later kwamen de Epeiroten tegen hem in opstand. Hij zocht toevlucht bij zijn zwager Demetrios van Phaleron, tiran in Athene, en nam deel aan de grote slag tegen Ptolemaios i van Egypte bij Ipsos in 302, waarin deze de overwinning behaalde. Om het vredesverdrag tussen Demetrios en Ptolemaios te garanderen begaf Pyrrhos zich als gijzelaar naar Egypte. Hij huwde er een dochter van Ptolemaios en wist zich een zo sterke positie te verwerven dat hij troepen kreeg om Epeiros te heroveren. Terug op de troon beraadde hij zich over de mogelijkheid zijn heerschappij uit te breiden en begaf hij zich in een ingewikkelde machtsstrijd om Macedonië, eerst met Demetrios, vervolgens met Lysimachos. Zijn streven bleef echter vruchteloos en hij moest zich terugtrekken in Epeiros. Een nieuwe kans op expansie deed zich voor in 279, toen Tarente en andere Zuiditalische steden zijn hulp inriepen tegen Rome. Hij ging gretig in op de uitnodiging, ondanks de waarschuwing van de wijze Kineas, die hem voorhield dat het einddoel van al die oorlogen, een aangenaam leven in vrede, voor hem toch ook zonder al die krijg nu reeds bereikbaar was. In Italië kon hij, ten koste van veel verliezen overigens, de Romeinen onder consul Laevinus verslaan, mede door het inzetten van de aan de Romeinen nog onbekende olifanten. Een felle rede van de blinde Appius Claudius in de Senaat deed vredesonderhandelingen geheel mislukken. Daarna kreeg Pyrrhos te doen met »Fabricius, die militair tegen de bekwame strateeg opgewassen bleek en die zich door hem ook niet liet overbluffen of omkopen. Toen Pyrrhos later nog eens met veel moeite en zware verliezen de overwinning moest bevechten - nòg zo'n overwinning zou hem, zei hij, naar | |
[pagina 181]
| |
Baldantonio, De zeer sterke Romeinen tegen Pyrrhos, 1551, aardewerk, diameter 34,6 cm. Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum, 's-Gravenhage. Het in Venetië vervaardigde bord weerspiegelt zowel in de titel (op de achterzijde aangebracht) als in de iconografie de houding van de Venetianen tegenover de bewoners van de door hen beheerste gebieden in Griekenland: de Romeinen (= Venetianen) zijn voorgesteld in harnas en met helm, terwijl de soldaten van Pyrrhos als barbaren naakt of met een korte tunica zijn weergegeven.
| |
[pagina 182]
| |
de ondergang voeren; vandaar de spreekwoordelijke Pyrrhosoverwinning - ging hij in op een uitnodiging van enige steden op Sicilië, onder meer Syracuse en Gela, om deze bij te staan in de strijd tegen de Carthagers. Hij kon geen beslissing forceren evenmin als, na zijn terugkeer op het vasteland, in Italië. Opnieuw zag hij zich gedwongen terug te keren naar Epeiros. Hij bleef ook na dit alles aanvalslustig, onder meer tegen de Spartanen. Uiteindelijk werd hij tijdens schermutselingen in Argos getroffen door een dakpan, geworpen door een Argolische vrouw, en daarna gedood.
Uit alle beschrijvingen treedt Pyrrhos naar voren als een geduchte condottiere. Velen noemden hem de beste veldheer aller tijden: via Ploutarchos, Arrianos en Livius weten we dat dit reeds gezegd was door Antigonos Gonatas en Hannibal. Hij staat overigens ook bekend als een cultureel geïnteresseerd man, welke eigenschap door hellenistische en Romeinse auteurs als belangrijk werd beschouwd. Hij zou zelf traktaten hebben geschreven en aan zijn hof dichters en kunstenaars hebben gehad; concrete gegevens daarover ontbreken echter. Pyrrhos liet zich al bij leven portretteren als Alexandros, op wie hij volgens Ploutarchos ook zou hebben geleken. Om zijn helm heeft hij een krans van eikeloof, bijvoorbeeld bij een buste uit de Villa dei papiri te Herculaneum uit de 1e eeuw v.C., waar hij als voorbeeld van manhaftigheid was opgesteld. Op een schaal uit Zuid-Italië uit de 3e eeuw v.C. zijn Pyrrhos' olifanten afgebeeld. In de beeldende kunst van de nieuwe tijd is Pyrrhos vrijwel uitsluitend aanwezig in relatie met Fabricius. Poussin schildert ca. 1637 hoe de dienaren van Aiakides zich met het kind Pyrrhos bevinden bij de woeste rivier. Dit doek, bestemd voor Richelieu, hoort bij een bijbels tegenbeeld in diens collectie: de redding van Mozes uit de Nijl. Een schilderij van West 1769 voor George iii (slechts bekend van een gravure) waarin de jonge Pyrrhos wordt getoond aan Glaukias, was mogelijk een toespeling op het lot van de grootvader van de opdrachtgever, die zijn jeugd had moeten doorbrengen buiten Engeland. In de opera wordt Pyrrhos opgevoerd in zijn confrontatie met Lysimachos bij onder meer Scarlatti/Sinibaldi 1681, en in die met Demetrios bij Scarlatti/Morselli 1694 (La forza della fedeltà), Hasse/Metastasio 1732 en Rossini/Viganò-Mombelli 1812. Klinger schreef in 1791 het drama Pyrrhus' Leben und Tod. Simone de Beauvoir gebruikt in een essay uit 1944 het gesprek tussen Pyrrhos en Kineas als illustratie in haar betoog over de keuzevrijheid van de mens. |
|