Woord vooraf, geschreven rond 1964
In De Geheimtalen ii: Bronnenboek, Zutphen 1934, gaf ik
in een woord vooraf een motivering voor de samenstelling en uitgave van dit omvangrijke werk
(510 pagina's). Het woordregister van dit boek bevat ruim 5600 woorden.
Nu, dertig jaar later, volgt een naoogst van de geheimtaalbronnen. Ik heb, als in het Bronnenboek, de historische volgorde in acht genomen. Enkele van de bronnen, no.
7, Geheimtaal (1769) en no. 8, Geheimtaal van de Brabantse Bende (±1800), zijn in verband met
nieuwe gegevens opnieuw bewerkt; zie de no.'s 52 en 53. Die bewerking komt meestal neer op het
uitzoeken van de lijsten die ten grondslag liggen aan de bronnen. Deze bronnen zijn namelijk
vaak compilaties: alle hem bekende bronnen heef de compilator in één lijst verwerkt. Een
klassiek voorbeeld van zo'n lijst is het werk van Verwoert ±1860 (Bronnenboek
no. 16). Dit werk is in handschrift aanwezig in de bibliotheek van de Maatschappij van
Letterkunde, no. 1522. Het werd door mij kritisch uitgegeven in het Tijdschrift
voor Nederlandsche Taalen Letterkunde (deel xlv, 1926, aflevering 2 en
3). De lijsten van Verwoert zijn gezuiverd van woordmateriaal dat uit andere tijden stamde,
bijvoorbeeld van het Liber Vagatorum van 1563 (zie Bronnenboek no. 1).
Aan dergelijke compilaties hebben we eigenlijk niets. Wat we nodig hebben voor een toekomstig
Woordenboek der Geheimtalen is materiaal dat zoveel mogelijk naar plaats en
tijd bepaald is. Zie bijvoorbeeld bron 56, De Gabbertaal door E.G. van
Bolhuis. De samensteller van dit boekje stelde belang in de geheimtalen. Hij verzamelde woorden
van Bargoenssprekers uit eigen tijd - en die zijn waardevol - maar verwerkte ook de bronnen die
hij gedrukt vond en nam die, vaak met fout en al, over. In de inleiding tot bron 56 heb ik dit
boekje behandeld. Wat er na zuivering overbleef, is in deze nieuwe bronnenopgave opgenomen. Dat
is belangrijk materiaal voor de eventuele schrijver van het grote Woordenboek der
Geheimtalen, dat zeker eens samengesteld moet worden.
Bij elke bron schreef ik een inleiding. Het is onnodig in dit voorwoord de zakelijke inhoud
van deze inleidingen op te nemen.
De Geheimtalen ii: Bronnenboek wordt aangehaald als Bronnenboek, en De Geheimtalen i: Theoretische
beschouwing als De Geheimtalen i.
Het woordmateriaal van deze uitgave sluit aan bij het Bronnenboek. Het is
voor de belangstellende in dit deel van onze taal ook zelfstandig te gebruiken.