Bron 18. Teirlinck (1886)
De Geheimtalen i: hoofdstuk ii,
‘Karakterisering van het Bargoens’.
Is. Teirlinck schreef in 1886 zijn Woordenboek van Bargoensch (dieventaal)
(Roeselare).
In zijn voorrede zegt hij: ‘... al de dieventermen hebben wij opgezocht en tot alphabetische
lijst samengevoegd, ze tevens vergelijkende, waar 't ons mogelijk was, met woorden onzer
gebruikelijke taal of van andere talen, of met dieventermen der naburige volken.
Toch - alhoewel wij ons geene moeite gespaard hebben en het bijeengegaarde aanzienlijk is -
zijn wij overtuigd, dat de uitslag slechts den naam van “proeve” verdient.’
Zo is het inderdaad. Teirlinck heeft goed werk gedaan, maar niet gedacht aan bronnenkritiek.
Verder is het aantal gebruikte bronnen vrij gering.
Het is niet nodig het Woordenboek in deze uitgave op te nemen. Vermelding
van de bronnen, die hier alle opgenomen zijn, moge volstaan. Teirlinck stelde zijn boek samen
uit: 1 (uitgave-Van de Venne, Legende 1640, Belg. Mus.
1841); 5, 6, 9 (Courtmans, Jelle en Mietje), 11, 12, en enkele andere
bronnen, o.a. Creemers over Stramproy; (vgl. De Kramertalen, l.c., p. 55),
Winklers Dialecticon (zie bron 17).
Daar Teirlinck geen eigen materiaal geeft, is het niet nodig het Woordenboek hier af te drukken.