| |
Zigeunertaal in Nederland
Kluge zegt: p. 91, ter inleiding van de oudste Engelse Zigeunertaallijst: ‘Zigeunerisch und
Rotwelsch sind getrennte Dinge, die nicht mit einander verwechselt werden können.’ Over het
algemeen worden de twee genoemde talen wel uit elkaar gehouden. Maar in de volksmond zijn
woonwagenbewoners en Zigeuners dikwijls één volk, en de talen van deze groepen worden samen
benoemd als ‘Bargoens’ of ‘Zigeuners’.
De oudste aantekeningen van Zigeunertaal dateren van 1542 en zijn gemaakt in Engeland. Daar
reeds in 1440 Zigeuners in Engeland gesignaleerd zijn,Ga naar eindnoot322 kunnen deze woorden best van Engelse Zigeuners zijn. Kluge
geeft het lijstje op p. 91 van z'n Rotwelsch. We vinden er woorden in die we
ook in onze geheimtalen constateren. Eén woord, pabu ‘appel’, vond ik slechts
in deze lijst en in Nijmegen in de vorm pavel, paveltjes, een
contaminatievorm van paba en appel. De andere woorden die
we ook in ons land terugvinden, zijn: molle ‘wijn’ (mool);
pee ‘drinken’ (pooi ‘rivier’, misschien pooien); manor ‘brood’ (maro, moro); masse ‘vlees’ (mas); paba ‘appels’ (pavel); allemaal woorden die op eten en drinken betrekking hebben.
Kluge meent dat de op één na oudste lijst die van Bonaventura VulcaniusGa naar eindnoot323 is. Deze lijst, waarover straks, wordt echter in
ouderdom overtroffen door een Glossarium, samengesteld ± 1570 door Johan van
Ewsum, een Groninger edelman. Prof. A. Kluyver heeft deze lijst gepubliceerd in de Handelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde (1899-1900) en in 1910 nog
eens, in facsimile, in het Journal of the Gypsy Lore Society, October 1910,
Liverpool. Het is naar dit facsimile dat ik het glossarium hier weergeef. Het is van groot
belang en heel wat woorden vinden we in de moderne geheimtalen terug. We kunnen gerust aannemen
dat Van Ewsum z'n woorden in Groningen opgetekend heeft. Uit de geschiedenis bleek ons dat de
Zigeuners er al in 1429 gemeld worden. En dat er gebleven zijn, bewijst het Bargoens van
Groningen (de provincie), waarin ik woorden noteerde als join ‘luizen’; moeteren ‘mingere’; tjoeren ‘stelen’, die zuiver Zigeuners
zijn en zelden voorkomen.
De lijst van van Ewsum moge hier volgen. Voor bespreking van het manuscript verwijs ik naar
de uitgave van prof. A. Kluyver, die met grote scherpzinnigheid verschillende moeilijkheden
oplost.
| |
| |
Clene gijpta sprake.
maru
|
dat is broit (niet uit te maken of marun dan wel marum bedoeld wordt. In de geheimtalen heb ik zelf nooit anders dan maro,
moro, more (Groningen) gevonden.) |
maes
|
dat is vlees. |
kiral
|
dat is kees. |
kanij
|
dat issen een (!) hoen. |
retsa
|
dat issen ent vogel. |
pappin
|
en gans. |
sogga
|
dat issen rock. |
irach hãij (hamy)
|
dat issen vambes. |
kiragh ha
|
is en scho. |
galeüag
|
issen hose. |
hüet
|
dat is stadij (orde omgekeerd). |
lüvina
|
dat is beer. |
koestrin
|
dat issen rinck. |
plaegsta
|
dat issen kappe. |
khaed
|
dat issen hemdt. |
gracij
|
dat issen peert. |
büsenij
|
dat issen tsege (ik lees hier ts). |
gerackijlij
|
dat issen schone maegt. |
hirackilo
|
dat issen knegt. |
horom
|
dat issen man. |
hiromenij
|
dat issen frouwe. |
dae
|
moer. |
vitou(?)Ga naar eindnoot324 |
vaer. |
stammijr
|
een stoel. (Kluyver wil hier stammyn hebben en denkt aan een
schrijffout. Maar ikzelf heb de vorm stammerie ook opgetekend te
Haaksbergen.) |
de mar cotor maro
|
geeft my een stucke broets. |
de mar harde pyaer
|
geeft mij to drincken. |
de made pale sijuklees
|
geeft my de hondt weder. |
permitsa
|
een kussen. (Kluyver wil weer lezen pernitsa. De m-vorm moet echter ook voorkomen, te oordelen naar de Bargoense vorm berremientje ‘bed’.) |
syükel
|
dat issen hünt. (Kluyver leest voor y: ü.) |
camphana
|
dat issen klocke. |
khankerij
|
dat issen kercke. |
paettraedsij
|
issen hillig sackramente. |
tagta
|
issen sülüer schael. |
yrüpüaydecka
|
issen sülüer stot deegen. |
hiranij
|
issen jüfer. |
hiray
|
issen jünker. |
sastrünijprija
|
dat issen koper pot. |
| |
| |
gharoü
|
dat issen swert met sülüer gebünnen. |
schümije
|
dat issen speet. |
püska
|
dat issen vüer roer. |
fij latsij
|
dat issen slot. |
bare ghoüle
|
dat issen lang kleet. |
kijsij
|
dat issen büdel. |
küstick
|
dat issen gordel. |
thüesnij
|
dat issen kanne. |
hijraeck
|
dat issen boem (hij is ‘is’). |
iaeck
|
dat issen vüer. |
voddros
|
dat issen bedd. |
sijbilo
|
dat is naẽ (naen, naem?). |
Het woord sijbilo geeft moeilijkheden:
1 | naen ‘dwerg’ of naem; |
2 | geen van beide vertalingen past voor het Zigeunerwoord; |
3 | in de Nederlandse vertaling ontbreekt het lidwoord. |
Kluyvers oplossingen zijn scherpzinnig.
De eerste, sijbilo is čibalo ‘bluffer, grootspreker’, ook
‘Beier, Hongaar of Pool’, veronderstelt bij de afschrijver de schrijffout is
voor issen;
de tweede, sybi is sybēn is čiben
‘bed’; lo ‘naam’. Nu zou de afschrijver deze fout gemaakt hebben:
voddros / sijbi
|
dat issen bedd. |
lo
|
dat is naem. |
De laatste oplossing, hoe vernuftig ook, veronderstelt veel meer fouten bij de afschrijver
dan de eerste:
1 | twee vreemde woorden aaneenvoegen; |
2 | weglating van een n (sijbi voor sijben); verder is lo niet naem, maar bij Von
Sowa:Ga naar eindnoot325 ‘hij, zij, het’;
Ješina:Ga naar eindnoot326 ‘naam’ is nav. |
Ik geloof dus dat de eerste oplossing de beste is, omdat ze het meest voor de hand ligt. De
afschrijver was blijkbaar wat haastig. Het is het laatste woord dat hij schreef. Hij heeft
bijvoorbeeld ook de punt op de i van sijbilo weggelaten.
Op de marge staat nog:
laken: |
thaen. |
ogeer
|
een hues. |
at schaeij kera-nij de ijaec
|
zonder vertaling en, vooral wat het tweede woord betreft, onleesbaar. Kluyver stelt een
vertaling voor, maar besluit met een ‘aveu d'ignorance’. |
Het is bij dit soort lijsten jammer dat de plaats van herkomst nooit precies is opgegeven. We
hebben er nu betrekkelijk weinig aan. Ze geven ons alleen inzicht in | |
| |
de begrippen
die de ondervraagde het naast zijn. Namen van levensmiddelen, kledingstukken, huisdieren (niet
van de Zigeuners zelf, maar van de boeren) en verwantschapsnamen vormen het hoofdbestanddeel
van de meest voor de hand liggende begrippen. Deze woorden zullen we in de moderne geheimtalen
terugvinden. Een begrip als hillig sackramente valt buiten de gewoonlijk
genoteerde.
Uit deze lijst zullen we de volgende woorden, soms geheel vervormd, in onze geheimtaallijsten
terugvinden: maru ‘brood’; maes ‘vlees’; kanij ‘hoen’; retsa ‘eend’; kirach ha ‘schoen’; kiral ‘kaas’; hirackilo ‘knaap’; dae ‘moer’;
stammijr ‘stoel’; cotor maro ‘boterham’; pyaer ‘drinken’; permitsa ‘bed, kussen’; syükel
‘hond’; khankerij ‘kerk’; rup ‘zilver’ (in yrüpüaydecka)’; hiranij ‘juffer’; sastruny ‘ijzer’
(hier ‘koper’); hiray ‘heer’; kijsij ‘beurs’; iaeck ‘vuur’; ogeer ‘huis’.
Deze 21 woorden zijn dus in de geheimtalen doorgedrongen. Dit vatte men niet zó op dat ze
alle 21 bij elkaar gevonden zijn. In Groningen vindt men één woord, in de Achterhoek een ander,
in Brabant weer andere. Ze zijn over het hele land verspreid.
De volgende in Nederland genoteerde Zigeunertaallijst is te vinden in het zeldzame werkje van
Bonaventura Vulcanius:Ga naar eindnoot327
De Literis et Lingua Getarum siue Gothorum. Item de notis Lombardicis. Quibus
accesserunt Specimina variarum Linguarum... Editore Bon. Vulcanio Brugensi. Lugduni Batavorum,
Ex officina Plantiniana, Apud Franciscum Raphelengium. ciɔ iɔ xcvii.
Op p. 100 vinden we een hoofdstukje, getiteld: ‘De Nubianis erronibus quos Itali Cingaros
appellant; eorumque lingua’. Bonaventura Vulcanius heeft de hier gegeven woorden van Joseph
Scaliger ‘quae ab Illustri Viro Josepho Scaligero accepi’, en vertrouwt dat ze de filoglotten
niet onwelkom zullen zijn. Wáár ze opgetekend zijn en wie ze aan Scaliger verschaft heeft,
wordt niet vermeld.
Hier volge de:
Index Vocabulorum Lingue Nubianorum Erronum [lijst van
Zigeunerwoorden]Ga naar eindnoot327*
p. 102
|
Achan, |
Oculus [oog] |
|
Bacro, |
Aries, Veruex [ram, hamel] |
|
Bal, |
Capillus [haar] |
|
Bar, |
Lapis [steen] |
|
Beinck, |
Diabolus [duivel] |
|
Bern, |
Rota fasciis inuoluta quam capiti imponunt mulieres nubianae [met linten omwonden ronde
schijf (of rol) waarmee Zigeunervrouwen hun hoofd bedekken] |
p. 103
|
Brischindo, |
Pluuia [regen] |
|
Buchos, |
Liber [boek] |
|
Bul, |
Culus [achterste] |
|
Cheleue, |
Tripudiare, h. fortis aspiratio [dansen; h krachtig
geaspireerd] |
|
Cheron, |
Caput [hoofd] |
|
Chiral, |
Caseus [kaas] |
| |
| |
|
Chor, |
Barba hic. ch. pronuntiandum ut Hispanice [baard; ch hier op z'n
Spaans uit te spreken] |
|
Chouri, |
Culter. ch. Hispanicum [mes; een spaanse ch] |
|
Christari, |
Scrinium [kist] |
|
Dade, |
Pater [vader] |
|
Daio, |
Mater [moeder] |
|
Deuel, |
Caelum, Deus [hemel, God] |
|
Erani, |
Nobilis matrona [aanzienlijke vrouw] |
|
For, |
Penna, Calamus scriptorius [pen, rieten schrijfpen] |
|
Foros, |
Urbs. ϕόρος, vulgare idioma Graecorum [stad; Griekse
volkstaal] |
|
Gad, |
Camisia [hemd] |
|
Gagi, |
Mulier [vrouw] |
|
Gaue, |
Burgus [burcht] |
|
Gourou, |
Bos [rund] |
|
Guigiebe, |
Cantare [zingen] |
|
Hanro, |
Ensis. H. fortis aspiratio [zwaard; h krachtig geaspireerd] |
|
Harmi, |
Thorax. h. fortis aspiratio [harnas; h krachtig geaspireerd] |
|
Haue, |
Comedere [eten] |
|
Heroy, |
Tibia cum coxendice [schenkel met heupbeen] |
|
Iuket, |
Canis [hond] |
|
Kan, |
Auris [oor] |
|
Kangheri, |
Ecclesia [kerk] |
|
Krali, |
Rex. Bohemicum est [koning; het is een Tsjechisch woord] |
|
Kascht, |
Tu bibis [Jij drinkt] |
|
Lein, |
Fluuius [rivier] |
p. 104
|
Loue, |
Argentum [zilver] |
|
Maasz, |
Caro. Bohemicum [vlees; een Tsjechisch woord] |
|
Manosch, |
Vir [man] |
|
Manron, |
Panis [brood] |
|
Moi, |
Os, oris. στόμα [mond].Ga naar eindnoot328 |
|
Mol, |
Vinum [wijn] |
|
Momeli, |
Candela [kaars] |
|
Mucia, |
Brachium [arm] |
|
Nak, |
Nasus [neus] |
|
Nay, |
Unguis [nagel] |
|
Panin, |
Aqua [water] |
|
Papieris, |
Papyrus [papier] |
|
P. hou, |
Terra. P. et. h. separatim una syllaba efferenda non ut ϕ [aarde; p
en h moeten in één lettergreep afzonderlijk uitgesproken worden en niet
als f] |
|
Philatri, |
Castrum [burcht] |
|
Piaffa,Ga naar eindnoot329 |
Nos bibimus [wij drinken] |
| |
| |
|
Piauá, |
Ego bibo [ik drink] |
|
Piela, |
Ille bibit [hij drinkt] |
|
Piessa kan,Ga naar eindnoot330 |
Vos bibitis [jullie drinken] |
|
Plachta, |
Linteus [van linnen] |
|
Rai, |
Nobilis [aanzienlijk] |
|
Ser buchos, |
Quomodo nominaris? ch. Hispanicum [hoe heet je?; een Spaanse ch] |
|
Sonakai, |
Aurum [goud] |
|
Taxtai, |
Patera argentea (X. Hispanicum) [zilveren schaal; een Spaanse x] |
|
Thuochan, |
Vestis [kleding(stuk)] |
|
Tirachan, |
Pallium [mantel] |
|
Troupos, |
Corpus [lichaam] |
|
Valin, |
Calix vitreus [glazen beker] |
|
Vast, |
Manus [hand] |
|
Vodros, |
Lectus [bed] |
|
Vouda, |
Porta [poort, deur] |
p. 105
|
Xai, |
Filia [dochter] |
|
Xauea,Ga naar eindnoot331 |
Filius x pronuntiandum ut Hispanice [zoon; x moet op z'n Spaans
uitgesproken worden] |
|
Yago, |
Ignis [vuur] |
|
Yangustri, |
Anulus [ring] |
|
Yanre, |
Oua [eieren] |
Ook uit deze lijst tref ik weer woorden aan in onze geheimtalen. Het zijn:
Bacro, bal, beinck, chiral, chouri, dade, daio, deuel (misschien), erani, foros (?), gagi, iuket, kangheri,
loue, maasz, manosch, manron, moi(?), mol, panin, piauá, plachta (?),
rai, sonakai, yago. Totaal 25.
De twee behandelde woordenlijsten kunnen wel in Nederland bijeengebracht zijn. We bezitten
nog een werk over de Zigeuners van Grelman, waarin een belangrijk hoofdstuk over de taal. Maar
het is vertaald uit het Duits.Ga naar eindnoot332 Het
woordmateriaal (p. 272-282) komt, daar we ons tot het Zigeuners in Nederland beperken, niet
voor publicatie in aanmerking. De lijsten zijn wel geregeld geraadpleegd.
|
-
eindnoot322
- Kluge, Rotwelsch, p. 91, geeft, naar Miklosich, het jaar 1531 voor de verschijning van
de Zigeuners in Engeland.
-
eindnoot327
- Zie Kluge, Rotwelsch, p. 113.
Popp Serboianu, Tsiganes, p. 397, haalt het boek verkeerd aan: Vulcanius
Bonnaventura. De literis etc. Brugensi Lugd (!). Er staan meer fouten:
Spengler wordt als Sprengler aangehaald. [Noot van de redactie: de vertaling van de titel van
boek en hoofdstuk luidt: ‘Over de letters en taal van de Goten. Tevens over de Lombardische
tekens. Waaraan voorbeelden van verschillende talen zijn toegevoegd. Uitgegeven door
Bonaventura Vulcanius van Brugge. Leiden, gedrukt door Plantijn, bij Franciscus Raphelengius,
1597. Het hoofdstukje op p. 100 is getiteld: ‘Over Nubische zwervers die de Italianen
Zigeuners noemen; en over hun taal’. De gegeven woorden ‘heb ik van de doorluchte heer Joseph
Scaliger gekregen’.]
-
eindnoot327*
- Noot: de redactie heeft tussen vierkante haken de
betekenissen van de Latijnse woorden toegevoegd; deze staan niet in het origineel van
Moormann. Voor haar hulp bij de vertaling bedank ik Wil Heus.
-
eindnoot328
- Kluge, στόμα. [Opmerking Wil Heus: de
ς, die normaal als slot-s wordt gebruikt, kan ook dienst doen als
ligatuur voor στ.]
-
eindnoot329
- Kluge leest m.i. ten onrechte piassa (Von Sowa, Wtb. piava, biaf enz., maar ook eens:
biass). De letter is corrupt: piasta kan er ook
staan.
-
eindnoot330
- Er kán ook staan piefsa kan. (Er is zeer weinig onderscheid tussen lange s en f. Het woord is anders gedrukt als piassa.)
-
eindnoot331
- Kluge foutief: xauca (Grelman: tschawo ‘de jongen’).
|