Inleiding
Is het wonder dat men altijd een geheime voorkeur blijft koesteren voor een onderdeel van de
wetenschap waaraan men vroeger ooit zelf een stoot in de goede richting heeft mogen geven? Ik
geloof van niet. Dit is in elk geval zeker, dat mij in de twee eerste delen van het Handboek der Nederlandsche taal het geluk te beurt is gevallen hier en daar een
nieuwe laag van de Nederlandse taalwetenschap aan te boren, waar jongere vakgenoten later
speciale studies aan hebben gewijd. En dit te mogen beleven, is mij telkens weer een dag van
rustige vreugde geweest. Het Horatiaanse ‘non omnis moriar’ zal immers altijd een bloot
natuurlijke, maar toch diep menselijke troost zijn in de soms droefstemmende vergankelijkheid
van ons aardse leven.
Welnu, dit alles geldt nu in bijzondere mate van mijn twee Handboek-hoofdstukken over de Jodentaal en de dieventaal, waarvan ik ook wel eens minder
aangename gevolgen heb ondervonden.
En daarom zal de dag van gisteren met de Nijmeegse promotie van dr. J. Moormann bij mij
altijd in gezegende heugenis blijven.
Dit boek dan is de dissertatie waarop dr. J. Moormann promoveerde. Hij is geen student van me
in de gewone zin geweest. Toen het tweede deel van mijn Handboek verscheen,
was hij hier te Nijmegen reeds leraar in het Nederlands. En sedertdien zijn wij een tijd lang
in nauw contact gekomen. Door mijn vertrek van hier zijn wij later weer van elkaar geraakt,
maar hij bleef het eens gevonden lievelingsvak getrouw; en sedert de stichting van de Nijmeegse
Universiteit was het zijn hartewens met het eerste deel van wat zijn levenswerk worden zal, de
Nederlandse geheimtalen, tot doctor in het Nederlands gepromoveerd te worden: door hem, die
eenmaal de eerste systematische proefboring naar dat verholen materiaal had gewaagd.
En zijn wens werd vervuld. Hij is met ere daarop gepromoveerd en de firma Thieme heeft zijn
boek in keurige afwerking gedrukt en uitgegeven; en ik heb op de dag na zijn promotie dus het
genoegen en de plicht om dit boek een heilwens mee te geven op zijn levensreis.
Hoe zal die reis verlopen? Voorspoedig, mag ik hopen.
Even voorspoedig als dit boek ten slotte geschreven en voltooid is.
Want alhoewel het op dit moeilijke gebied wel onmogelijk is om niet hier of daar in de klem
te raken, Moormann heeft zich terdege van zijn taak gekweten. En ik geloof niet dat er in
Nederland iemand leeft, die zich op dit gebied met hem kan meten.
Zeker zullen er partiële deskundigen hier of daar een onjuistheid in kunnen signaleren; maar
in het globale overzicht, de grote indelingen en de even nauwlettende als veelomvattende
materiaalverzameling ligt een heel leven van ijverige naspeuring, scherpzinnige bewerking en
doortastende bezieling, die tot nu toe voorzeker niemand hier te lande aan deze anders altijd
zo ongrijpbare materie heeft ten dienste gesteld.