Stemme des gejuygs en des heils over 't groote interest van een Christen
(1684)–David Montanus– AuteursrechtvrijToon: Onse Vader.1.
Geloovige.
O Zaligh onderhandelingh!
Die Godt met 't Mensch-geslagt aangingh
Door 't middel van een nieuw Verbond,
Sijn voor beraamden raad en Vond:
verw.
Geeft heil! Hosanna Jehova,
tsam.
Hallelujah! Hallelujah!
2.
verw.
Immanuel! ghy Middelaar
Der eeuwig-uytverkooren schaar!
Rijd spoedigh op uw Heyl-woord, nu,
En Brengh de Volcken onder u;
gel.
Geef heil. Hosanna Jehova!
tsam.
Halelujah! Halelujah,
3.
verw.
Kom sterke Geest! van Godt belooft,
| |
[pagina 113]
| |
Verzamelt 't Lichaam onder 't hooft;
Vervult sijn heerlijck Huisgezin;
Vergader sijn Juweelen in:
gelo.
Geeft Heyl, Hosanna Jehova!
tsam.
Helleluja, Halleluja!
4.
verw.
Maak eens de Joden wederom
Godts Koninckrijck! en Priesterdom;
Het Bloed des Lams, dat op hem leyt,
Ontzondigh hen ter zaligheyt:
gelo.
Geef Heyl! Hosanna, Jehova!
tsam.
Halleluja! Halleluja!
5.
gelo.
Wat zal 't eens zijn een eere-staat,
Gods Lam te volgen, all waar 't gaat!
Met wisselkleeren, in de vloed
Gewit van sijn onschuldigh bloed:
verw.
Geef Heyl! Hosanna Jehova!
tsam.
Halleluja! Halleluja!
6.
gelo.
Daar zietmen zoo een Hemel-light
In 't All in All van Godts gezight;
Dat schier vergeet des Menschen Geest,
Dat hy op Aard' oyt is geweest:
verw.
Geeft Heyl! Hosanna Jehova!
tsam.
Halleluja! Halleluja!
7.
gelo.
Och! of ick, na mijn Herte wensch,
Kon overreden yder Mensch,
Om te gelooven dese Reen,
En datse niet zijn Ja en Neen:
verw.
Geef Heyl! Hosanna Jehova!
tsam.
Hallelujah! Hallelujah!
8.
gelo.
Haast u, o Mensch! tot Hem die spoed
Ten Oordeel, over 't quaad' en goed
| |
[pagina 114]
| |
Gebruyck van dees genade-leer,
U aangeboden van den Heer.
verw.
Geef Heyl! Hosanna Jehova!
tsam.
Halleluja Halleluja!
9.
gelo.
Zijt voor des Heeren stem niet doof!
Geloov' voor u! geloov! geloov'!
Kom! zie! grijp aan! omhels! hou vast!
Steun! leun! op Jesus toegepast!
verw.
Geef Heyl! Hosanna Jehova!
tsam.
Halelujah! Hallelujah!
10.
verw.
Ziet! (zeght hy) ick kom' haastelijck,
En Geest en Bruid zend op, gelijck,
Een weer-galm tot den Bruydegom:
tsam.
Ia toch, kom! Heere Iesus! kom!
verw.
Geef Heyl! Hosanna Jehova!
tsam.
Hallelujah! Hallelujah.
UYT.
Eynde van 't Tweede Deel. |
|