Stemme des gejuygs en des heils over 't groote interest van een Christen
(1684)–David Montanus– Auteursrechtvrij
[pagina 12]
| |
(Sie 't Intrest van de 39 tot de 42. zijd.)Toon: Psal. 103.1.
Bekommerde.
ICk vreese steets dat ick noyt hebb' ontfangen.
Dat diep gesicht 't welck veele wel erlangen
Van haar elend', en groote sonde-schult;
Wat komt dat werck der Wet haar mondt met brullen,
En haren Geest met Hellen-angst vervullen!
Meer als ick oyt (groot Sondaar!) was vervult.
2.
verst.
Gelijck als God niet yder een brengt binnen,
Door met gevoel van Wet schrick te beginen;
Soo scheelt in maat en tijt oock 't werck der Wet:
verl.
Sie, bange Ziel! of God sijn oogemercken
In u bereyckt van all' sijn Wettisch wercken;
En vint gy 't eynd', en zijt niet meer ontset.
3.
verst.
Heeft u 't gesicht van uw voorgaande leven,
En uyt u selfs, en uyt de Wet gedreven,
En uyt de waan van selfs gerechtigheyt?
verl.
Kunt gy met walg, en goede wanhoop merken
| |
[pagina 13]
| |
Seer veel gebreck in uwe beste wercken?
verst.
Gy hebt het eynd' waar toe Gods Wet-werck leyd.
4.
verl.
Drijft u 't gesicht der quetsing uwe sonden,
Na Jesus toe, daar balsem vloeyt uyt wonden,
verst.
Verlieft gy op den Heiland en sijn heil?
verl.
Uw armoet doet u die dien schat aanvatten?
En vry veel meer als alle Schatten schatten?
verst.
Gy hebt het eynd' van 't Wet-werck, en zijt veil.
5.
verl.
Schrickt u 't gesicht der boosheit af van boosheit?
En valt gy uit in haat van goddeloosheit?
verst.
Hebt gy een walg voor 't bitter sonde-soet?
verl.
Wilt gy nu 't jock van Jesus wel aanvaarden?
En buigen gansch u neck' op sijn voorwaarden?
verst.
Gy hebt het eynd' van 't Wet-werck in 't gemoet.
6.
verl.
Dient u 't gesicht van snoodtheit tot opscherping
Van danckbaar' en geduldig' onderwerping,
Aan alles wat uws Heeren will behaagt?
verst.
Acht gy u niet sijn Tafel-kruymtje waardig?
verl.
Tot yder lot, met vergenoegen, vaardig?
verst.
Gy hebt het eynd' van 't Wet-werck al bejaagt.
7.
verl.
Dit voor-werck van Gods Wet is nu genoegsaam,
Om zorgeloos voor self-strijt, uw gevoegsaam
Te schicken tot een vry genaden-werck:
verst.
Soeck dag op dag nu voorts nieuw' openbaring
In 't voelen van uw sonde-staats verklaring,
verl.
Verlooren in u selfs, u selfs bemerck.
8.
verst.
Tragt versch te sien uw nood-hulp in haar' oorsaack,
In Christus, als Hoog-priester steets uw Voorspraack,
| |
[pagina 14]
| |
verl.
Gy niet, en Jesus alles, t'aller stond.
verst.
Vernieuw gestaag uw werk van heiligmaking,
verl.
Her-levendig in stille selfs-versaking;
verst.
God danck zy noyt verstorven in uw mond.
UYT. |
|